| 19079 |
raad |
raad:
raod (L244a Veulen)
|
raad, hulp, steun
III-1-4
|
| 22726 |
raadsel(tje) |
geraadsel(tje):
grùjətsəlkə (P196p Veulen)
|
Een raadsel. [ZND B1 (1940sq)]
III-3-2
|
| 27904 |
raam |
raam:
rām (L244a Veulen)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
| 20801 |
raapstelenstamppot |
stelenmoes:
stelemoes (L244a Veulen)
|
stamppot van raapstelen
III-2-3
|
| 19057 |
raar, vreemd |
aardig:
areg (L244a Veulen),
raar:
raar (L244a Veulen),
vreemd:
vrimd (L244a Veulen)
|
gek, ongewoon, vreemd, zonderling || raar, zonderling || vreemd, raar
III-1-4
|
| 19224 |
raden |
raden:
raoje (L244a Veulen)
|
raden, gissen
III-1-4
|
| 19576 |
ragebol |
spinborstel:
speͅnbosəl (P196p Veulen),
spinnenjager:
spinnejaeger (L244a Veulen)
|
ragebol [ZND B1 (1940sq)]
III-2-1
|
| 19433 |
ramen lappen |
afzemen:
áfzieëme (L244a Veulen),
zemen:
glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek
zieëme (L244a Veulen)
|
afzemen, met een zeem afdoen || zemen
III-2-1
|
| 19977 |
rammelaar |
rammel:
remmel (L244a Veulen),
remməl (L244a Veulen)
|
konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || rammelaar, mann. haas of konijn
III-2-1
|
| 20515 |
ranzig |
garst:
gārst (L244a Veulen),
garstig:
gārstex (L244a Veulen),
rans:
râns (L244a Veulen),
ranzig:
rânzeg (L244a Veulen)
|
ranzig || sterk ruikend, sterk smakend van olie, vet, boter
III-2-3
|