e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 1439
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raad raad: raod (Veulen) raad, hulp, steun III-1-4
raadsel(tje) geraadsel(tje): grùjətsəlkə (Veulen) Een raadsel. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
raam raam: rām (Veulen) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
raapstelenstamppot stelenmoes: stelemoes (Veulen) stamppot van raapstelen III-2-3
raar, vreemd aardig: areg (Veulen), raar: raar (Veulen), vreemd: vrimd (Veulen) gek, ongewoon, vreemd, zonderling || raar, zonderling || vreemd, raar III-1-4
raden raden: raoje (Veulen) raden, gissen III-1-4
ragebol spinborstel: speͅnbosəl (Veulen), spinnenjager: spinnejaeger (Veulen) ragebol [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
ramen lappen afzemen: áfzieëme (Veulen), zemen: glazen, ruiten en glanzende oppervlakts droog wrijven met een zeemleren doek  zieëme (Veulen) afzemen, met een zeem afdoen || zemen III-2-1
rammelaar rammel: remmel (Veulen), remməl (Veulen) konijn, mannetje [DC 04 (1936)] || rammelaar, mann. haas of konijn III-2-1
ranzig garst: gārst (Veulen), garstig: gārstex (Veulen), rans: râns (Veulen), ranzig: rânzeg (Veulen) ranzig || sterk ruikend, sterk smakend van olie, vet, boter III-2-3