e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
konijn konijn: kanien (Vijlen), (mv.)  knieng (Vijlen) konijn [SGV (1914)] III-2-1
konijnenhol hol: häöle (mv) (Vijlen), WLD  heul (Vijlen) Hoe noemt u het in de grond uitgegraven verblijf van een konijn (kneut, pijp, potje) [N 83 (1981)] || hol III-4-2
koning koning: kun-ning (Vijlen) koning [SGV (1914)] III-3-1
koning in het kaartspel koning: kunning (Vijlen) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - II. Koning. [DC 52 (1977)] III-3-2
koningin koningin: kø̄neŋen (Vijlen), kø̜negen (Vijlen), kø̜̄neŋen (Vijlen) Het enige volmaakt vrouwelijke dier in een bijenkolonie. Geslachtelijk is de koningin gelijk aan de werkbij, maar in het larvestadium is de aanstaande koningin gevoed met hoogwaardige voedingsstoffen, de koninginnegelei, en de werkbij niet. In ieder volk is slechts één koningin aanwezig. Haar enige taak bestaat in het leggen van eieren. Zij kan bevruchte of onbevruchte eieren leggen. Uit de bevruchte eieren ontstaan werkbijen of eventueel koninginnen, uit de onbevruchte komen de darren. Een koningin kan een leeftijd van vier à vijf jaar bereiken. Is zij niet meer in staat eieren te leggen en daardoor nutteloos geworden voor de kolonie, dan wordt de oude koningin vervangen door een nieuwe. [N 63, 12d; S 3, L 1a-m; JG 1a + 1b; JG 2b-5, 12; R 3, 42; Ge 37, 37; A 9, 3; monogr.] II-6
koningskaars koningskaars: kunningkets (Vijlen), (bij afbeelding 73)  kunings kets (Vijlen) Koningskaars (verbascum thapsus). Als hierboven. De bloemen staan in groepjes en zijn tot een aar verenigd. Op droge zonnige plaatsen, vooral in de duinen (koningskaars, wolverstaart, wolblaad, zokkebloem, paaskaars, hemelbrand, zachtlap). [N 92 (1982)] III-4-3
kookkachel, fornuis fornuis: foͅrnø&#x0304s (Vijlen) fornuis [SGV (1914)] III-2-1
koolmees, mees bijenmeesje: bie-je-mis-ke (Vijlen), keesmees: kiejusmiejus (Vijlen), kiesmies (Vijlen) Hoe heet de koolmees? [DC 06 (1938)] || mees [SGV (1914)] III-4-1
koolraap konrabel: WLD  konrabel (Vijlen), overaardische konrabel: WLD  ovveredische konrabel (Vijlen) De koolsoort die aan de stronk vlak boven de grond ronde raapvormigeknollen heeft die eetbaar zijn (raapkool, koolrabie, koolraap, bagger, knolraap). [N 82 (1981)] || Koolraap; de dikke vlezige wortel (onder de grond) van de plant met dezelfde naam die als groente of als veevoer wordt gebruikt (koolraap, raapkool, knolraap). [N 82 (1981)] I-7
koopwaar waar: goow waar (Vijlen) waar (goede ~) [SGV (1914)] III-3-1