e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linkshandig persoon linkse, een -: linkse (Vijlen) Zegt men van iemand die bij voorkeur zijn linker hand gebruikt: Het is een ... [DC 50 (1975)] III-1-2
linksvoor linksvoor: linksvoor (Vijlen) Links- rechtsvoor. [DC 49 (1974)] III-3-2
linnen, linnengoed lijnen: liŋǝ (Vijlen) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
lip lip: lip (Vijlen, ... ), lìp (Vijlen) lip [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
lisdodde lampenkruid: -  lampe kroet (Vijlen), mv. : lampe. Opgegeven bij 010b ipv. 010a.  lampe kroet (Vijlen) lisdodde [DC 13 (1945)], [DC 13 (1945)] III-4-3
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): littenij (Vijlen) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken lijkteken: liekteeke (Vijlen), lijmteken: liemteke (Vijlen) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] || litteken [SGV (1914)] III-1-2
liturgisch vaatwerk kelken: kelke (Vijlen) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden miskleren: meesklijjer (Vijlen) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
lof lof met de zegen: loof mit dur zean (Vijlen) Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)] III-3-3