e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schaatsenrijder waterkever: waterkever (Vijlen) schaatsertje: Hoe noemt u het insect dat met schokkende bewegingen over het water lijkt te schaatsen? Het lijf van het insect staat op lange poten op het water. [N100 (1997)] III-4-2
schaden (ww.) schaden: sjaade (Vijlen) schaden (ww.) [SGV (1914)] III-1-4
schaduw, lommer scheem: sjèm (Vijlen), sjêm (Vijlen), (è van père).  sjème (Vijlen) (de) schaduw [DC 23 (1953)] || schaduw [SGV (1914)] || schaduw (donkere vlek achter een persoon) [DC 49 (1974)] III-4-4
schaften schaften: sjafte (Vijlen) schaften [SGV (1914)] III-3-1
schafttijd schafttijd: (kort).  sjaf-tiĕt (Vijlen) schafttijd [SGV (1914)] III-3-1
schande schande: sjant (Vijlen) schande [SGV (1914)] III-3-3
schapestal, schaapskooi schaapsstal: šǫpštǝl (Vijlen) De stal, doorgaans een apart gebouw, waarin de schapen overnachten. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [L 38, 29; A 10, 9f; N 5, 105f; monogr.] I-6
schede poes: poesch (Vijlen), schede: sjè-j (Vijlen) Schede: het buisvormige deel van de vrouwelijke geslachtsorganen dat toegang verleent tot de baarmoederhals, vagina (slot, foeter, keet, schede). [N 84 (1981)] || scheede [SGV (1914)] III-1-1, III-2-1
scheef, niet recht scheef: sjeef (Vijlen) van de rechte richting afwijkend, niet recht of niet rechthoekig [scheef, noers, noes, slim, scheel, schieps, schuins, schiks, schoeks] [N 91 (1982)] III-4-4
scheen scheen: schiejen (Vijlen), sjie-e-n (Vijlen), šän (Vijlen) scheen [SGV (1914)] || scheen - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)] III-1-1