e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sproeten sproetelen: sjprootele (Vijlen) sproet(en) [SGV (1914)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sjprŏŏkele (Vijlen) sprokkelen [SGV (1914)] III-1-2
spruiten, uitbotten uitlopen: WLD  outlope (Vijlen) Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)] III-4-3
spruitkool, spruitje spruiten: sjproe-te (Vijlen) spruiten [SGV (1914)] I-7
spuiten sprietsen: schprietze (Vijlen), sjprietze (Vijlen), spritsen (<du.): schrpitse (Vijlen), sproeten: sjproe-te (Vijlen) persen, Met kracht vloeistof door een nauwe opening ~ (spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen). [N 84 (1981)] || spuiten [SGV (1914)] || spuiten, met kracht door een nauwe opening naar buiten geperst worden, gezegd van water [spruiten, spritsen, sprietelen] [N 81 (1980)] || vloeistof met kracht door een nauwe buis naar buiten persen [spuiten, spruiten, spritsen, sprietelen] [N 91 (1982)] III-1-2, III-4-4
staan staan: sjtoa (Vijlen), sjtoae (Vijlen), sjtowe (Vijlen) staan [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] III-1-2
staart koeienstaart: kōštat (Vijlen), staart: štat (Vijlen), staat: sjtat (Vijlen), stots: sjtoets (Vijlen, ... ), štuts (Vijlen) [A 2, 37; L 29, 27; S 35; monogr.]staart [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] I-11, III-4-2
stad stad: sjtad (Vijlen) stad [SGV (1914)] III-3-1
staf van de suisse staf: sjtaaf (Vijlen) De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)] III-3-3
stal stal: šta.l (Vijlen), štã.l (Vijlen) Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim] I-6