e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
traag traag: troag (Vijlen) traag [SGV (1914)] III-1-4
trakteren trakteren (<lat.): trakteere (Vijlen) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1
trap trap: ing sjmaal trap (Vijlen) trap [een smalle ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
trapleer trapleder: trapleier (Vijlen) trapleer [DC 39 (1965)] III-2-1
trappelen trampelen: trampele (Vijlen) Trappelen: in vlug tempo de voeten beurtelings oplichten en weer neerzetten (trappelen, trampelen, droebelen). [N 84 (1981)] III-1-2
trechter trechter: trechter (Vijlen) trechter [SGV (1914)] III-2-1
trein zug (du.): sog (Vijlen) een reeks spoorwagens die door een locomotief tegelijk worden voortgetrokken [trein, vapeur, avapeur] [N 90 (1982)] III-3-1
treiteren hitsen: hitse (Vijlen), plagen: ploa-ge (Vijlen) kwellen [SGV (1914)] || sarren [SGV (1914)] III-1-4
trek, eetlust honger: hònger (Vijlen) trek; Hoe noemt U: Zin in eten (trek, appertijt, appetijt, goesting, kop) [N 80 (1980)] III-2-3
trekharmonica kwetsbuidel: kwetsjbuul (Vijlen), monica: monneka (Vijlen) harmonica [SGV (1914)] || Hoe noemt men in uw dialect de trekharmonica of accordeon? Het gaat om de meest gebruikte benaming, niet om grappige namen. [DC 52 (1977)] III-3-2