e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vingerhoedskruid vingerhoedskruid: vinger hoeds kroet (Vijlen) Vingerhoedskruid (digitalis purpurea 30 tot 150 cm groot. De stengels en bloemstelen zijn viltig behaard, de bladeren zijn ei- tot lancetvormig, de bladrand is gekarteld. De bladeren zijn aan de onderkant grijsharig. De bloemen staan in eindstandige tro [N 92 (1982)] III-4-3
vingerlid gelid: e gelit van enne vinger (Vijlen), vingerlid: vingerlid (Vijlen) (vinger)kootje [DC 01 (1931)] III-1-1
vink boekvink: (book)vink (Vijlen), bookvink (Vijlen) Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)] III-4-1
violier muurbloem: (bij afbeelding 136)  moerbloome (Vijlen, ... ), muurviool: moervioele (Vijlen, ... ) [N 92 (1982)]Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [N 92 (1982)] I-7, III-2-1
viool viool: vijoewel (Vijlen) Het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp]. [N 90 (1982)] III-3-2
viooltje driekleurig viooltje: drèe kleurig vieultje (Vijlen) [N 92 (1982)] I-7
vis, algemeen vis: vusch (Vijlen), vusche (Vijlen) visch [SGV (1914)] || visschen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
visaas aas: oas (Vijlen) aas [SGV (1914)] III-4-2
vishengel visgarde: visjgêt (Vijlen) hengel [SGV (1914)] III-3-2
vissen vissen: vussche (Vijlen) visschen (ww.) [SGV (1914)] III-3-2