| 24748 |
vingerhoedskruid |
vingerhoedskruid:
vinger hoeds kroet (Q208p Vijlen)
|
Vingerhoedskruid (digitalis purpurea 30 tot 150 cm groot. De stengels en bloemstelen zijn viltig behaard, de bladeren zijn ei- tot lancetvormig, de bladrand is gekarteld. De bladeren zijn aan de onderkant grijsharig. De bloemen staan in eindstandige tro [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 17769 |
vingerlid |
gelid:
e gelit van enne vinger (Q208p Vijlen),
vingerlid:
vingerlid (Q208p Vijlen)
|
(vinger)kootje [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 24265 |
vink |
boekvink:
(book)vink (Q208p Vijlen),
bookvink (Q208p Vijlen)
|
Hoe heet de vink? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
| 19746 |
violier |
muurbloem:
(bij afbeelding 136)
moerbloome (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen),
muurviool:
moervioele (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen)
|
[N 92 (1982)]Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [N 92 (1982)]
I-7, III-2-1
|
| 22671 |
viool |
viool:
vijoewel (Q208p Vijlen)
|
Het muziekinstrument dat bestaat uit een houten kast met klankgaten en een hals waarop 4 snaren zijn gespannen en dat bespeeld wordt met behulp van een strijkstok [viool, fiool, tremp]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
| 19745 |
viooltje |
driekleurig viooltje:
drèe kleurig vieultje (Q208p Vijlen)
|
[N 92 (1982)]
I-7
|
| 24387 |
vis, algemeen |
vis:
vusch (Q208p Vijlen),
vusche (Q208p Vijlen)
|
visch [SGV (1914)] || visschen (mv.) [SGV (1914)]
III-4-2
|
| 22413 |
vishengel |
visgarde:
visjgêt (Q208p Vijlen)
|
hengel [SGV (1914)]
III-3-2
|
| 22646 |
vissen |
vissen:
vussche (Q208p Vijlen)
|
visschen (ww.) [SGV (1914)]
III-3-2
|