e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vleugel vleugel: vleugele (Vijlen), mv.  vläögele (Vijlen, ... ), vleugeltje: mv. dim.  vläögelkere (Vijlen) vleugel || vleugel: elk der beide lichaamsdelen van vogels die hun tot vliegen dienen (wiek, zwing, vlerk, vleugel) [N 83 (1981)] III-4-1
vliegenraam, hor vliegenhor: vlegehor (Vijlen) Hoe noemt u een scherm van groene metaaldraad in open ramen om vliegen buiten te houden? (vliegenraam, hor) [N 104 (2000)] III-2-1
vlieger vogel: voe-e-gel (Vijlen) vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
vliegtuig vlieger: vlieger (Vijlen) het toestel waarmee men kan vliegen [vliegtuig, vliegmachine, vlieger] [N 90 (1982)] III-3-1
vliegveld vliegveld: vleegveld (Vijlen) het grote, effen terrein met verharde banen van waaraf vliegtuigen kunnen opstijgen en waar zij weer kunnen landen [vliegveld, vliegplein] [N 90 (1982)] III-3-1
vlier heulenteer: hullenter (Vijlen, ... ), heulenteerstruik: hulleter-sjtruuk (Vijlen), holunder (du.): geen mv. voor het grondwoord  hullender (Vijlen) vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)] || vlierboom (sambucus nigra) III-4-3
vlierbes holunder (du.): -  (flieder of) hullender (Vijlen), vlieder: -  flieder (of hullender) (Vijlen) vrucht van de vlierboom (sambucus nigra L.) [DC 13 (1945)], [Goossens 1b (1960)] III-4-3
vlinder pepel: piepel (Vijlen), pieëpel (Vijlen), pieəpel (Vijlen), piĕpel (Vijlen), peper: pie-e-per (Vijlen) vlinder [GV Gr (1935)], [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] III-4-2
vlo (enk.) vlo: vloe-e (Vijlen) vloo [SGV (1914)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vlun: vluu-e (Vijlen) vlooien [SGV (1914)] III-4-2