| 21958 |
voederen |
voeren:
vōrǝ (Q208p Vijlen)
|
Het geven van voer aan het vee. [Wi 36; Wi 39; L A2, 370; RND 8, 97; S 20; Vld.; monogr.]
I-11
|
| 20483 |
voedsel |
etenswaar:
èetèswaar (Q208p Vijlen),
voer:
voor (Q208p Vijlen)
|
het voedsel waarmee vogels hun jongen voeren (aas) [N 83 (1981)] || voedsel; Hoe noemt U: Al wat tot voeding kan dienen, al wat men eet (kost, vreet, knibbel, inslag, mast, eten, eet, spijs, bik, aas, voedsel) [N 80 (1980)]
III-2-3, III-4-1
|
| 34280 |
voer |
voer:
vōr (Q208p Vijlen)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
| 24267 |
voeren |
voederen:
voore (Q208p Vijlen)
|
de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
| 33385 |
voergang in de paardestal |
voerij:
vrēi̯ (Q208p Vijlen)
|
De gang, soms ook een grotere ruimte, in de paardestal vanwaaruit de paarden gevoerd worden. In de voergang sliep vaak de paardeknecht en stond de kist met haver en/of haksel (soms onder het bed van de knecht, Q 154). De voergang als slaapplaats van de knecht werd soms tot een apart vertrek in de paardestal. Als de knecht op zolder sliep, kon deze zolder ook wel met voederij aangeduid worden (Q 111). Zie ook de toelichting bij het lemma "slaapplaats van de knecht bij het vee" (2.3.10) en de daar genoemde lemmata. [N 5A, 59a en 59f; S 50; monogr.]
I-6
|
| 28819 |
voering, voeringstof |
voer:
vōr (Q208p Vijlen)
|
Stof waarmee kledingstukken van binnen bekleed worden. [N 62, 18a; N 62, 84; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 29; MW; S 41; monogr.]
II-7
|
| 17777 |
voet |
voet:
veut (Q208p Vijlen),
voot (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen),
vóót (Q208p Vijlen)
|
voet [SGV (1914)] || Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)] || voeten [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 17799 |
voet (alternatieve benamingen) |
been:
bee (Q208p Vijlen),
poot:
poewete (Q208p Vijlen),
poëte (Q208p Vijlen)
|
Voet. Als hiervoor (ook) been of poot gebruikt wordt, dit vermelden, zoo mogelijk in een zin, b.v.: Hou je pooten bij je! voetje voor voetje. [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 23188 |
voetballer |
voetballer:
Karte 165.
vut}/[vūt}baller (Q208p Vijlen)
|
Fussballspieler.
III-3-2
|
| 23187 |
voetbalspel |
voetballen:
Karte 163.
vut}ballen n. (Q208p Vijlen)
|
Fussball(veranstaltung).
III-3-2
|