| 34304 |
volwassen, mannelijk varken (ongesneden) |
beer:
bii̯ǝr (Q208p Vijlen),
bīr (Q208p Vijlen)
|
De benamingen in dit lemma duiden op het volwassen, ongesneden, mannelijk varken. Opgaven voor het volwassen, ongesneden, mannelijk varken die beantwoorden aan de woordtypen berg en barg zijn verplaatst naar het lemma ''gesneden mannelijk varken'' (1.2.2). Zie afbeelding 1. [N 19, 7; RND 46 en 84; S 2; A 4, 4a; L 1a-m; L 20, 4a; L 37, 49d; L 14, 12; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|
| 20174 |
voogd |
voogd:
voog (Q208p Vijlen)
|
voogd [SGV (1914)]
III-2-2
|
| 23724 |
voorbidden |
voorbeden:
vurbène (Q208p Vijlen)
|
Voorbidden. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 24956 |
voorde, doorwaadbare plaats |
ondiep water:
ondeep water (Q208p Vijlen)
|
doorwaadbare plaats in een water [waaistap, gewad, doorsteek] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 30275 |
voordeur |
huisdeur:
hūs˱dø̜̄r (Q208p Vijlen)
|
Deur die aan de straatzijde toegang geeft tot het huis. [N 55, 24a; L 12, 5; monogr.; Vld.]
II-9
|
| 19767 |
voordeur, huisdeur |
huisdeur:
hūs˂dø͂ͅr (Q208p Vijlen)
|
voordeur [N 55 (1972)]
III-2-1
|
| 17747 |
voorhoofd |
ster:
B.v. unne slaag vur der steer.
šteer (Q208p Vijlen),
voorhoofd:
veurheut (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen)
|
voorhoofd [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
| 17718 |
voorhuid |
vel:
vael (Q208p Vijlen),
velletje:
Bij kinderen.
vaeltje (Q208p Vijlen)
|
voorhuid van de penis [N 10c (1995)]
III-1-1
|
| 18889 |
voornemen |
voornemen:
veurneme (Q208p Vijlen)
|
wat men zich voorgenomen heeft, een plan [opzet, voornemen, plan] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19007 |
voornemens zijn |
versuchen (du.):
veur zeuke (Q208p Vijlen)
|
van plan zijn, het voornemen hebben [getijd zijn/hebben, betijd hebben, vörgers zijn] [N 85 (1981)]
III-1-4
|