e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
windstilte windstil (weer): winkschtil (Vijlen) windstilte, toestand dat er geen wind is [blakte] [N 81 (1980)] III-4-4
winkel drijven openmaken: o we pe make (Vijlen) winkel drijven [N 102 (1998)] III-3-1
winkelhaak winkelhaak: weŋkelhǭk (Vijlen), winkelhoak (Vijlen) Rechthoekige scheur in een kledingstuk. Een mogelijk verklaring van het woordtype vijf (c.q. fünf) geeft het WNT (XXI, pag. 536 s.v. ɛvijfɛ 4): ø̄Wat den vorm heeft van een cijfer ɛvijfɛ. Gewest. in het Zuiden als ben. voor een winkelhaak (scheur), die aan een Romeinse V doet denkenø̄.' [N 59, 192b; N 62, 43b; N 62, 43c; Gi 1.IV, 11; MW; S 44; monogr.] || winkelhaak [SGV (1914)] II-7, III-1-3
winterkoninkje koninkje: kunningske (Vijlen), winterkoninkje: winkterkunningske (Vijlen) Hoe heet de winterkoning? [DC 06 (1938)] III-4-1
winterwortelen moren: mūǝrǝ (Vijlen) Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.] I-5
wisselvallig weer wisselvallig (weer): wissel vallich (Vijlen) nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)] III-4-4
witte aalbes witte miemelen: mv: -e  wiesse miemele (Vijlen) [DC 13 (1945)] I-7
witte dovenetel witte brandnetel: wisǝ brɛnii̯ǝtǝl (Vijlen), -  wiesse brenniejetel (Vijlen) Lamium album L. De dovenetelsoort (zie het lemma Dovenetel, Algemeen) met roomwitte bloemen. Deze soort komt zeer algemeen voor op wegbermen, in weilanden en op stortplaatsen en wordt 30 tot 60 cm hoog. De plant bloeit van april tot de herfst. Als de opgave identiek is aan die van het lemma Dovenetel, Algemeen, dan is deze hier niet nog eens opgenomen. Dit lemma kan alleen gelezen worden als aanvulling op het lemma Dovenetel, Algemeen. [A 13, 12a; monogr.] || witte dovenetel (Lamium album L.) [DC 13 (1945)] I-5, III-4-3
witte kool wit moes: wit moos (Vijlen), witte kappes: wies kappes (Vijlen) witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7
witte kwikstaart kwikstaartje: kwik-sjtets’-ke (Vijlen), kwiksjtetske (Vijlen) kwikstaart [SGV (1914)] || kwikstaart, wit [DC 26 (1954)] III-4-1