| 24498 |
driekleurig viooltje |
driekleurig viooltje:
drèe kleurig vieultje (Q208p Vijlen)
|
Driekleurig viooltje (viola tricolor 5 tot 40 cm groot. De bladeren zijn eivormig-langwerpig, gekarteld, de steunblaadjes zijn ingesneden; de bloemen hebben 4 omhoog gerichte, meestal blauwpaarse kroonbladeren en 1 naar onder gericht, meestal geelwit kr [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 18866 |
driftig |
driftig:
driftig (Q208p Vijlen)
|
driftig [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 22655 |
drijftol |
ijsloper:
ies-leu-per (Q208p Vijlen),
iesleuper (Q208p Vijlen),
knool:
Für Kerkrade, Simpelveld, Vijlen, Vaals, Kelmis, Montzen, Welkenraad, Eijnatten, Raeren, Aachen, Kohlscheid, Herzogenrath, Münsterbusch und Schleckheim (knoor) belegten wir karnool, knool, knoor, knouël. Die von Müller-Weitz und Rovenhagen angeführten Formen knöulche, knoielche, Plur. knöuelcher Frucht der Kornelkirsche weisen uns hier den Weg zur Erklärung. Die Kreisel wurden, wie uns ein sechzigjähriger Kerkrader mitteilte, früher vielfach aus Kornelholz geschnitzt. Um das Brummgeräusch zu verstärken, machten die Jungen mehrere Einkerbungen im Holz. Die betreffenden Formen liessen sich leicht erklären aus franz. corniole Kornelkirsche, das über karniool, kernool, krnool zu knool, und durch Diphthongierung zu knouël wurde.
knool (Q208p Vijlen)
|
drijftol [SGV (1914)] || Hoe noemt men het kinderspeelgoed dat paddestoel- of kegelvormig is en dat met een zweep wordt voortgedreven? [tol] [DC 24 (1953)] || Kreisel (Peitschkreisel).
III-3-2
|
| 24939 |
drijfzand |
drijfzand:
drief zand (Q208p Vijlen)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 22066 |
drinkbak |
zuipensbakje:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld (alleen de vragen 1, 2, 20, 25, 105, 106, 149, 150 en 158 zijn beantwoord!).
zoepesbekske (Q208p Vijlen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkbak? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
| 33413 |
drinkbak voor de kippen |
drinkbak:
dreŋkbak (Q208p Vijlen)
|
De drinkbak voor de kippen in het kippenhok. [A 48, 16c]
I-6
|
| 20499 |
drinken |
drinken:
drinke (Q208p Vijlen, ...
Q208p Vijlen),
drinken (Q208p Vijlen),
lessen:
liche (Q208p Vijlen)
|
drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 33672 |
drinkkuil in de wei |
poel:
pōl (Q208p Vijlen)
|
Een kuil in het weiland met drinkwater voor het vee. De woordtypen drinkput en put duiden op een put gemaakt van cementen ringen. [N 14, 70; A 21, 1h; monogr.]
I-8
|
| 20564 |
droesem |
muur:
moer (Q208p Vijlen)
|
droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
| 20507 |
dronkaard |
zuiper:
zŏĕper (Q208p Vijlen),
zŭper (Q208p Vijlen),
zuiplap:
zŏĕplàp (Q208p Vijlen)
|
dronkaard; Hoe noemt U: Iemand die voortdurend dronken is (dronkaard, zatlapper, zwanzer, boemelaar, alcoholist) [N 80 (1980)]
III-2-3
|