e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vijlen

Overzicht

Gevonden: 2749
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dronken zat: zat (Vijlen) zat [SGV (1914)] III-2-3
droog blijven droog weer: drug weer (Vijlen) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
droog weer droog: druug (Vijlen) droog [DC 45 (1970)] III-4-4
droogdoek, theedoek schotelsplag: šoͅtəlsplak (Vijlen), spoeldrooghoddel: sjpeuldrughoddel (Vijlen) de doek waarmee het afgewassen vaatwerk wordt gedroogd; zijn er verschillende soorten [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de doek waarmee men afdroogt? [N105 (2000)] III-2-1
drop lakrits: lakrits (Vijlen) drop [Weijnen BN 01 (1938)] III-2-3
dropwater lakritswater: lakkritswater (Vijlen) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer nat (weer): inne naa-te zoe-e-mer (Vijlen, ... ), naat (Vijlen), nat (Vijlen, ... ), nat koud: nat köt (Vijlen), vochtig (weer): vuchtig (Vijlen) nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || nattig en koud, gezegd van het weer [kil, killig, waterkoud] [N 81 (1980)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen wiepen: wie-pe (Vijlen), zijpen: hê ziep-de van der rê-ge (Vijlen, ... ), hê ziept van der rê-ge (Vijlen, ... ) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: in-ne droe-ve-tros (Vijlen) druiventros [SGV (1914)] I-7
druppel drup: drup (Vijlen) een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)] III-4-4