| 34309 |
gesneden vrouwelijk varken |
gelts:
gels (Q208p Vijlen)
|
Uit de antwoorden blijkt dat gelt verschillende betekenissen kan hebben. Er zijn informanten (K 278, L 421, 422, 423, Q 197, 211) die zeggen dat het snijden van een vrouwelijk varken ter plekke onbekend is. Het onvruchtbaar maken bestond uit het doorknippen van de eileiders. [N 19, 9; A 4, 4c; L 20, 4c; L 37, 49e; JG 1b; L 37, 49f; monogr.]
I-12
|
| 18254 |
gesp |
gesp:
sjoon mit ing gasp (Q208p Vijlen)
|
gesp [schoenen m.e. ~ ] [SGV (1914)]
III-1-3
|
| 23515 |
gestichte mis |
gestichte dienst:
gestichte dings (Q208p Vijlen)
|
Een gestichte H. Mis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18828 |
getob; tobben |
gemartel:
gematel (Q208p Vijlen)
|
gemartel [SGV (1914)]
III-1-4
|
| 20369 |
getuige |
getuige:
getùge (Q208p Vijlen)
|
iemand die voor de rechter een verklaring aflegt over te bewijzen feiten [toon, getuige] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21321 |
getuigen |
getuigen:
ge-tu-ge (Q208p Vijlen)
|
getuigen [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 21322 |
gevangenis |
cachot (<fr.):
Van Dale: cachot (<Fr.), gevangenhok, gevangenis; arrestantenlokaal.
cachot (Q208p Vijlen),
gevangenenhuis:
gevang-nge-hoes (Q208p Vijlen)
|
de gevangenis [cachot, nor, partoet, speentje, grawoel, ren] [N 90 (1982)] || gevangenis [SGV (1914)]
III-3-1
|
| 17808 |
geven |
geven:
gêve (Q208p Vijlen)
|
geven [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 17790 |
gevoelig (zijn) |
gevoelig:
geveulig (Q208p Vijlen)
|
gevoelig [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 32966 |
gewas |
gewas:
(mv)
gǝwāsǝ (Q208p Vijlen)
|
Collectief voor hetgeen verbouwd of geteeld wordt op het veld. [L 1, a-m; S 20; monogr.]
I-4
|