33978 |
rijzadel |
rijzadel:
rē̜.zǭl (Q080p Vliermaal)
|
Zadel dat gebruikt wordt bij het berijden van een paard. [JG 1a, 1b]
I-10
|
33084 |
rijzen, uit de aren vallen |
rijzen:
ręi̯zǝ(n) (Q080p Vliermaal),
ruizelen:
rø̜̄.zǝlǝ (Q080p Vliermaal)
|
Het uit de aren vallen van de graankorrels, wanneer het graan goed droog is en op de wagen getast wordt. ''tasser op de wagen'' (5.1.5). In L 286 en 288 voegt men toe dat dergelijk koren rijskoren (riskōrǝ) wordt genoemd. De laatste drie uitdrukkingen betekenen zoveel als: "het koren is zo droog dat de korrels uit de aren vallen". Naar de fonetische verschijningsvorm zouden de uitdrukkingen (het is) rijs echter ook persoonsvormen van het werkwoord rijzen kunnen zijn.' [N 15, 53; JG 1a, 1b, 2c; L 32, 41; monogr.]
I-4
|
29911 |
ringen |
ringen:
reŋǝ (Q080p Vliermaal)
|
Het varken een ring in de neus zetten om het het wroeten te beletten. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 70, 9; N 19, 26; N 19, 26, Q 98 add.; monogr.]
I-12
|
33582 |
ringen, randen verwijderen van peulvruchten |
ringen/randen afdoen:
reͅŋ ōͅ.vdon (Q080p Vliermaal),
schoonmaken:
šoͅu̯nmōͅ.kə (Q080p Vliermaal)
|
[Goossens 1b (1960)] [N Q (1966)]
I-7
|
24449 |
ringrups |
ringrups:
renkrups (Q080p Vliermaal)
|
ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)]
III-4-2
|
17669 |
ringvinger |
ringvinger:
rénkvinger (Q080p Vliermaal)
|
Ringvinger: de vierde vinger waaraan men gewoonlijk een ring draagt (ringvinger, goudvinger,vingerling, pillepoort). [N 106 (2001)]
III-1-1
|
18103 |
ringworm |
rad van sint-catharina:
cfr. Van Dale: Katrijn, variant van Katrien, vooral in Jan Klaassen en Katrijn (bekende figuren uit het traditionele poppenkastspel).
road van Sint Ketréjn (Q080p Vliermaal)
|
Huidziekte in de vorm van een wiel (omloop, Sinte-Katrien, wiel/rad, ring(el)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21214 |
riool |
rigole (fr.):
rigol (Q080p Vliermaal)
|
Riool (onderaardse buis tot afvoer van vuil water, enz.). [ZND 06 (1924)]
III-3-1
|
24409 |
ritnaald, larve van de kniptor |
ritnaald:
ritnəl (Q080p Vliermaal)
|
ritnaald, koperworm, schadelijke kniptor-larve die van plantenwortels leeft [N 26 (1964)]
III-4-2
|
33478 |
rode aalbes |
rode kroezelen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
roj krūzələ (Q080p Vliermaal)
|
rode aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|