e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vliermaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stuk grond land: lant (Vliermaal), perceel: pǝrsęi̯l (Vliermaal), stuk land: støk lant (Vliermaal) Een stuk land, een perceel grond, in het algemeen. [N 27, 2a en 5; Vld.; N 11A, 106 add.; monogr.] I-8
stuk onontgonnen grond broek: brūk (Vliermaal) Een stuk woeste grond, nog niet ontgonnen hei, veen of moeras. [N 27, 4a; N 11, 6; N 11A, 112; ALE 254] I-8
stuks -vee koebeesten: kobēsǝ (Vliermaal) Een boer heeft 10, 12, 14 enz. stuks vee. [N 3A, 2] I-11
suiker suiker: sukər (Vliermaal) suiker [ZND 07 (1924)] III-2-3
suizen van de oren tuiten: m`en ore toete (Vliermaal) Suizen van de oren (soezen, toeten, tuiten, fluiten, ruisen). [N 109 (2001)] III-1-1
sukkelen sukkelen: hi-e/se suggelt (Vliermaal, ... ), suggele (Vliermaal) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (sukkelen, krenkelen, kwakkelen, op de sukkelbaan zijn). [N 107 (2001)] || Ziekelijk: telkens ziek (ziekelijk, krenkelig, sukkelig, ongans). [N 107 (2001)] III-1-2
t-vormige hoeve boerderij: [boerderij] (Vliermaal) Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.] I-6
tabak toebak: das steͅrkə tubak (Vliermaal) dat is sterke tabak [ZND 07 (1924)] III-2-3
tabak snuiven een snuifje nemen: sny(3)̄fke nēmə (Vliermaal), toebak snuiven: e.a. opgaven  (tubak) snŭefe (Vliermaal) snuifje nemen [ZND 07 (1924)] || tabak snuiven [ZND 07 (1924)] III-2-3
tak op ingezaaid land strowis: strowęs (Vliermaal) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4