34071 |
vetkoe |
muntige:
møntǝgǝ (Q080p Vliermaal)
|
Koe die niet meer geschikt is voor de produktie en daarom voor de slacht wordt gemest. Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 77a; monogr.]
I-11
|
33756 |
veulen |
veulen:
vø̄.lǝ (Q080p Vliermaal)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
20574 |
vieruursboterham |
caf, de -:
káffei̯ (Q080p Vliermaal)
|
de maaltijd die gewoonlijk rond vier uur in de namiddag gebruikt wordt, het vieruurtje [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
17768 |
vinger |
vinger:
vinger (Q080p Vliermaal)
|
Doorn: ik heb een doorn in mijn vinger [ZND 23 (1937)]
III-1-1
|
24265 |
vink |
boekvink:
boukveenk (Q080p Vliermaal)
|
vink
III-4-1
|
19746 |
violier |
flier:
flier (Q080p Vliermaal),
violier:
flier (Q080p Vliermaal)
|
Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)]
I-7, III-2-1
|
24402 |
visaas |
sprok:
sproͅk (Q080p Vliermaal)
|
wormpje, borstelig ~ dat als aas wordt gebruikt bij het vissen [sprot-, sprokaos] [N 26 (1964)]
III-4-2
|
22413 |
vishengel |
vislijn:
veisch lain (Q080p Vliermaal),
visstek:
veisstek (Q080p Vliermaal)
|
Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)]
III-3-2
|
30189 |
vitsen |
vitsen:
fi ̞tsǝ (Q080p Vliermaal)
|
Vlechtwerk vervaardigen voor de wanden van gebouwen met vakwerk. In L 318b werd dit werk verricht door de 'tuiner' ('tȳnǝr'). In een aantal plaatsen, bijvoorbeeld in Q 111, leverde ook de strodekker gevlochten wanden voor de huizenbouw. In Q 83 gebruikte men 'hondshout' ('hǫnshōt'), een makkelijk te klieven houtsoort, voor het vlechtwerk van lemen huizen. Zie ook het lemma 'Reephout'. [N 4A, 53g; N F, 56a; monogr.]
II-9
|
21424 |
vlaams |
vlaams:
vlamsch (Q080p Vliermaal),
vloms (Q080p Vliermaal)
|
vlaams [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|