21420 |
de hort op |
op gang:
op gang (Q075p Vliermaalroot),
op rabot (<fr.):
op rabot (Q075p Vliermaalroot),
op route (fr.):
op roet (Q075p Vliermaalroot),
op schok:
op chok (Q075p Vliermaalroot)
|
Welke uitdrukking gebruikt men in Uw dialect voor: veel weg wijn, dikwijls niet thuis wezen? (Een dergelijke uitdrukkinng wordtt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaa [Lk 06 (1956)]
III-3-1
|
21416 |
de hort op? |
devooi:
devooi zijn (Q075p Vliermaalroot)
|
op merooi zijn: Kent u een woord: I. ---- (niet thuis zijn, de hort op zijn, vooral van vrouwen) II. andere uitdrukking [DC 43 (1968)]
III-3-1
|
33870 |
de merrie dekken |
dekken:
dę.kǝ (Q075p Vliermaalroot)
|
Zie afbeelding 11. [JG 1a, 1b; N 8, 43a en 43b]
I-9
|
34273 |
de stal uitmesten |
mesten:
męi̯.sǝn (Q075p Vliermaalroot),
schoonmaken:
šou̯nmǭ.kǝ (Q075p Vliermaalroot)
|
De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
bleeke (Q075p Vliermaalroot),
bleken (Q075p Vliermaalroot)
|
de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
34344 |
de zeug naar de beer brengen |
drijven:
drē̜.vǝ (Q075p Vliermaalroot),
drē̜.vǝn (Q075p Vliermaalroot)
|
De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
20808 |
deeg |
deeg:
deeg (Q075p Vliermaalroot, ...
Q075p Vliermaalroot,
Q075p Vliermaalroot)
|
zij kneedt het deeg [ZND 22 (1936)]
III-2-3
|
24407 |
dekken |
springen:
spręŋǝ (Q075p Vliermaalroot),
sprɛŋǝ (Q075p Vliermaalroot)
|
Het bevruchten van de koe door de stier. [JG 1a, 1b] || Het dekken van het vrouwelijk schaap door de ram. [N 77, 34; N 77, 33; JG 1a, 1b]
I-11, I-12
|
19704 |
deksel |
deksel:
daiksel (Q075p Vliermaalroot),
dèèksəl (Q075p Vliermaalroot),
déksel (Q075p Vliermaalroot),
déksəl (Q075p Vliermaalroot)
|
deksel [ZND 01 (1922)], [ZND 22 (1936)]
III-2-1
|
32618 |
deksel van de metalen gierton |
deksel:
dę.ksǝl (Q075p Vliermaalroot)
|
De zinken gierton wordt van boven afgesloten met een deksel dat scharnierend bevestigd is aan de kraag van de vulopening. [JG 1a + 1b; N 11A, 54b; monogr.]
I-1
|