e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
natuurlijke waterloop beek: bi̯ēk (Vlijtingen) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauwgezet; nauwgezet persoon correct: krék (Vlijtingen) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
navel buiknagel: booknaogel (Vlijtingen) Navel: het litteken van de navelstreng midden op de buik (nakker, nagel, navel). [N 84 (1981)] III-1-1
neef neef: neif (Vlijtingen), nééəf (Vlijtingen) neef [ZND 11 (1925)] III-2-2
negenoog negenoog: njegenaog (Vlijtingen) Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] III-1-2
nek nak: nak (Vlijtingen) Zie afbeelding 2.12. [JG 1a, 1b] I-9
nemen, pakken pakken: pakken (Vlijtingen) nemen [ZND 25 (1937)] III-1-2
nerf van een blad aders: ± WLD = aders  óajers (Vlijtingen) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3
nest, hoeveelheid jongen nest: WLD  nĭs (Vlijtingen) Hoe noemt u de hoeveelheid jongen die een dier in één keer heeft (nest) [N 83 (1981)] III-4-2
nestelen nestje maken: neske moake (Vlijtingen) een nestje maken, gezegd van vogels (timmeren, vuren, bouwen) [N 83 (1981)] III-4-1