20171 |
verwantschap |
familie:
Note v.d. invuller (zie ná vraag 97): P.S. mijn overgrootvader werd "heerke"genoemd mijn overgrootmoeder werd "vrèèjke"(vrouwke) genoemd mijn tant: tenne of tèèntj\\ mijn groottant: meik\\ (moeike) mijn grootaom: eem (oom = nu noonk).
famielə (Q171p Vlijtingen)
|
het verwant-zijn, de familiebetrekkingen, de verwantschap [parentatie] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24497 |
verwelken |
verslakken:
± WLD
verslakke (Q171p Vlijtingen)
|
Slap worden en geur en kleur verliezen, gezegd van bloemen (Slekkeren, verwelken, verflensen). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24555 |
verwelkt |
verslenst:
± WLD
verslèèns (Q171p Vlijtingen)
|
Verwelkt, gezegd van bloemen (pens). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20304 |
verwend kindje |
bedorven:
bedeurve (Q171p Vlijtingen),
teut:
twĕŭt (Q171p Vlijtingen)
|
een bedorven, door en door verwend kind [babaard, babbe, kinnebaba] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
18931 |
verzuimen |
verzuimen:
verzuimen (Q171p Vlijtingen)
|
nalaten te doen wat men opgedragen gekregen heeft of wat men beloofd heeft [verzuimen, schrikken, fouten] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
23312 |
vespers |
vesper (lat.):
verouderd
ve.spər (Q171p Vlijtingen),
vespers (<lat.):
vespərs (Q171p Vlijtingen)
|
de vespers [RND]
III-3-3
|
33756 |
veulen |
veulen:
vīɛ.lǝ (Q171p Vlijtingen)
|
Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.]
I-9
|
22832 |
vieren |
vieren:
gəvi:rt (Q171p Vlijtingen)
|
gevierd [RND]
III-3-2
|
20574 |
vieruursboterham |
koffiedrinken, het -:
koffə dreenkə (Q171p Vlijtingen),
4 uurs
koffə dreenke (Q171p Vlijtingen)
|
maaltijden; Hoe noemt U: Namen voor de verschillende maaltijden, afhankelijk van de tijd van de dag, eventueel van het jaar [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20894 |
vijg |
vijg:
± WLD
vieg (Q171p Vlijtingen)
|
De eetbare, zoete, vlezige vrucht van de vijgeboom (vijg, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|