e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlijtingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikerklontje klotje: zoals het franse être maar kort  klêdche (Vlijtingen) klontje; Hoe noemt U: Een blokje suiker (klontje) [N 80 (1980)] III-2-3
suikertante suikertant: sūūkərtaant (Vlijtingen, ... ) tante (moei) [ZND 11 (1925)] III-2-2
sukkelen sukkelen: sikkele (Vlijtingen) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
taal taal: taol (Vlijtingen) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
tabakspruim sjiek: chik (Vlijtingen), sjik (Vlijtingen) pruimtabak; Hoe noemt U: Een pluk tabak, om op te kauwen of op te zuigen (chique, sik, sjik, pruim, karot, keesje, rol) [N 80 (1980)] III-2-3
tak van een geslacht familie: famielə (Vlijtingen) de tak van een geslacht [natie, familie] [N 87 (1981)] III-2-2
takken (coll.) kroon: ± WLD  kroon (Vlijtingen) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] III-4-3
tand, tanden tand(en): tā.nt (Vlijtingen  [(mv tān)]  ) Achter het codenummer van de plaats is de meervoudsvorm vermeld. Voor een aantal plaatsen beschikken wij evenwel alleen over de enkel- of meervoudsvorm; deze laatste citeren wij als eerste. [JG 1a, 1b; N 8, 17] I-9
tandpijn tandpijn: taandpijn (Vlijtingen) Kiespijn. Ik heb kiespijn. [Lk 05 (1955)] III-1-2
tante tant: tant (Vlijtingen) tante (moei) [ZND 11 (1925)] III-2-2