e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huiverig schuiverig: sjoeverig (Vlodrop) huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)] III-1-2
huivering schuivering: sjoevering (Vlodrop) huivering [gril] [N 10 (1961)] III-1-2
hulp vragen hulp vragen: hulp vroage (Vlodrop) iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)] III-3-1
hulp, bijstand hulp: hulp (Vlodrop) de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)] III-1-4
hulst hulst: ideosyncr.  huls (Vlodrop) De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)] III-4-3
huppelen huppelen: huppelle (Vlodrop) Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)] III-1-2
hutselen schudden: sjudde (Vlodrop) Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
huurrijtuig leenkoets: leenkoetsj (Vlodrop) een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)] III-3-1
huwelijk trouwerij: trouweriej (Vlodrop) de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] III-2-2
huwelijksmis bruidsmis: broedsmis (Vlodrop), trouwmis: trouwmis (Vlodrop) De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)] III-3-3