17999 |
huiverig |
schuiverig:
sjoeverig (L386p Vlodrop)
|
huiverig [schuuverig] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
17998 |
huivering |
schuivering:
sjoevering (L386p Vlodrop)
|
huivering [gril] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21807 |
hulp vragen |
hulp vragen:
hulp vroage (L386p Vlodrop)
|
iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18936 |
hulp, bijstand |
hulp:
hulp (L386p Vlodrop)
|
de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24572 |
hulst |
hulst:
ideosyncr.
huls (L386p Vlodrop)
|
De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17956 |
huppelen |
huppelen:
huppelle (L386p Vlodrop)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
22405 |
hutselen |
schudden:
sjudde (L386p Vlodrop)
|
Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
21142 |
huurrijtuig |
leenkoets:
leenkoetsj (L386p Vlodrop)
|
een huurrijtuig [fiaker] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
trouwerij:
trouweriej (L386p Vlodrop)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
23516 |
huwelijksmis |
bruidsmis:
broedsmis (L386p Vlodrop),
trouwmis:
trouwmis (L386p Vlodrop)
|
De huwelijksmis, bruidsmis [broedsmaes]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|