e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beiaard carillon (fr.): carriljon (Vlodrop) Het geheel van zuiver gestemde klokken die door een klavier bespeeld kunnen worden [klokkenspel, beiaard, carillon]. [N 90 (1982)] III-3-2
beieren beieren: klokke beiere (Vlodrop) Hoe zegt men : de klokken beieren?. [N 96A (1989)] III-3-3
beitel houtbeitel: hǫwt˱bęjtǝl (Vlodrop) De algemene benaming voor het stalen werktuig met een wigvormige snede dat dient om bijvoorbeeld gaten of uitsparingen in hout te steken of te hakken. Beitels die door houtbewerkers worden gebruikt, bestaan uit een beitelblad dat aan de onderzijde in een snede uitloopt en aan de bovenzijde via een versmalling, de hals, en vervolgens een verbreding, de borst, in een pin eindigt. Deze pin, de arend, wordt in het houten handvat van de beitel gestoken. Zie ook afb. 63 en vgl. het lemma ɛbeitelɛ in Wld II.11, pag. 33. Het betreft daar de beitel met een andere vorm die door de smid wordt gebruikt bij het doorhakken en splijten van koud of verhit metaal.' [N 53, 34a; N G, 24; L 1a-m; L 21, 12; L 45, 12a; L A2, 434; A 14, 12a; monogr.] II-12
bek muil: moel (Vlodrop), ideosyncr.  moel (Vlodrop) Hoe noemt u de bek van een dier (muil, bakkes) [N 83 (1981)] III-4-2
bekakte praat opscheppen: opsjupper (Vlodrop) taal of daad die getuigt van een hoge dunk van eigen voortreffelijkheid [kak] [N 85 (1981)] III-3-1
bekendmaken bekendmaken: bekind maakke (Vlodrop) officiëel bekend maken [uitbellen, uitklinken, afkleppen] [N 87 (1981)] III-3-1
bekennen bekennen: bekinne (Vlodrop) uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)] III-1-4
bekeuren snorren: sjnorre (Vlodrop) iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)] III-3-1
bekkens deksels: diksels (Vlodrop), platen: plaatte (Vlodrop) Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)] III-3-2
bekostigen? bekostigen: beköstigen (Vlodrop) Betekenis en uitspraak van: het werkwoord bekostigen = betalen, b.v. "dat kan ik niet bekostigen? [bekostigen, beköstigen?] [N 21 (1963)] III-3-1