25320 |
millimeter, maat, 1000ste deel van een meter |
millimeter:
mielliemijter (L386p Vlodrop)
|
het duizendste deel van een meter [millimeter, streep] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20285 |
min, voedster |
min:
min (L386p Vlodrop)
|
voedster; een vrouw die een kind van een andere vrouw zoogt [min, voedster] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
19360 |
minachten; minachtend |
minachten:
minachte (L386p Vlodrop)
|
blijk gevend van minachting, met minachting [afhoudig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18795 |
minderen |
minderen:
mindere (L386p Vlodrop)
|
Bestaat er voor het "minderen"bij het breiwerk een afzonderlijk woord? (minderen, afzetten) [N 104 (2000)]
III-1-3
|
20460 |
minnaar |
minnaar:
minnaar (L386p Vlodrop)
|
minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
23917 |
mirakel |
wonder:
wonger (L386p Vlodrop)
|
Een wonder [wó.nder, wónger, miraakel]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23304 |
mis |
mis:
mis (L386p Vlodrop)
|
De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23523 |
mis met drie heren |
drieherige mis:
drieherige mis (L386p Vlodrop),
mis met drie heren:
mis mit drie heere (L386p Vlodrop)
|
Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23517 |
mis uit dankbaarheid |
dankdienst:
dankdins (L386p Vlodrop),
mis uit dankbaarheid:
mis oet dankbaarheid (L386p Vlodrop)
|
Een H. Mis uit dankbaarheid, tot zekere intentie. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23509 |
mis voor een overledene |
begrafenismis:
begrafenismis (L386p Vlodrop),
dodenmis:
doode mis (L386p Vlodrop)
|
Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|