21845 |
onbeleefd |
onbeschoft:
onbesjoef (L386p Vlodrop)
|
niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21846 |
onbeschaafd |
lomp:
lomp (L386p Vlodrop)
|
ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
21792 |
onbeschaamd |
beschaamd:
besjeimp (L386p Vlodrop)
|
geen schaamtegevoel hebbend [ekstrant, onbeschaamd] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25149 |
onbewolkt |
blauw-klaar:
blauw-klaor (L386p Vlodrop),
klaar:
klaor (L386p Vlodrop)
|
onverduisterd in licht, schijn of glans [helder, klaar, licht] [N 91 (1982)] || wolkenloos, zonder wolken, gezegd van de lucht [uitgekeerd, uitgeklaard, klaar] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
25092 |
onbruikbaar maken, verbruien |
verruneren:
verrenneweere (L386p Vlodrop)
|
onbruikbaar maken, zijn waarde doen verliezen [verworden, verdraaien, begaaien, verbruien, bederven, verpeuteren, nonen, verballemonden] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21857 |
onbruikbare voorraad |
rommel:
rommel (L386p Vlodrop),
rotzooi:
rotzooj (L386p Vlodrop)
|
allerlei slechte en onbruikbare voorraad [breggel, plodder, bocht, bagage] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24637 |
ondereinde van de stam |
vot:
ideosyncr.
vot (L386p Vlodrop)
|
Het dikke uiteinde van de stam, onderaan (voet, kont, gat, kop). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
21579 |
onderhandelen |
handelen:
handele (L386p Vlodrop)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: in onderhandeling zijn over een bepaalde koop [in beding zijn met iemand?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
19395 |
onderkussen, peluw |
kopkussen:
kopkussen (L386p Vlodrop)
|
Langwerpig, rond onderkussen onder het hoofdkussen (peul, pulling, uppeling, kopkussen) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21148 |
onderstuk van een rijtuig |
onderstel:
ongersjtil (L386p Vlodrop)
|
het onderstuk van een rijtuig [trein] [N 90 (1982)]
III-3-1
|