24362 |
pad |
kroddel:
kroddel (L386p Vlodrop)
|
pad [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
21261 |
pad, paadje |
pad, paadje:
peidsje (L386p Vlodrop)
|
een weggetje gemaakt door de voetstappen van mensen of dieren (zandbaan, pad, weg, weggel, wegeling) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24534 |
paddestoel (alg.) |
paddenkaas:
padəkì.əs (L386p Vlodrop),
paddestoel:
padəštô.l (L386p Vlodrop),
eigen spelling
paddesjtool (L386p Vlodrop)
|
paddestoel [RND] || Paddestoel met hoed in het algemeen (kamperoen). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
17550 |
pafferig dik, opgeblazen van lijf |
papperig (dik):
papperig (L386p Vlodrop)
|
dik, pafferig [maf] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
18240 |
paillette |
glitter:
glitter (L386p Vlodrop)
|
een plaatje of reepje gouden of zilveren folie, tot versiering van kledingstukken [pailetten, gitten] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
17874 |
pak slaag |
rammel:
rammel (L386p Vlodrop)
|
Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18170 |
pak, kostuum |
pak:
pak (L386p Vlodrop)
|
kostuum of pak voor mannen en jongens [pak, montoer, monteering, antsoch, kloeft] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
24293 |
paling, aal |
aal:
aol (L386p Vlodrop),
geen verschil
aol (L386p Vlodrop)
|
aal, paling [DC 10 (1941)]
III-4-2
|
22606 |
palmen |
palm steken:
palm sjteikke (L386p Vlodrop)
|
De tak, struik of vlag die geplaatst werd bij een akker die nog niet bewerkt is of die er slecht bij staat. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22553 |
palmpaas |
palmhaas:
palmhaas (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
De versierde en van allerlei lekkerneien voorziene stok waarmee men rondloopt op Palmzondag [palmpaas]. [N 88 (1982)] || Op de morgen van Palmzondag (s zondags vóór Pasen) rondlopen met een versierde stok, waarop een voorwerp van brood is bevestigd. [N 88 (1982)]
III-3-2
|