24927 |
petroleum |
stinkolig:
sjtinkaoligh (L386p Vlodrop)
|
petroleum, minerale licht ontvlambare stof die vooral tot verlichting in lampen en als brandstof wordt gebruikt [petrol, peter-, stink-, bron-, brom-, gasolie] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20059 |
petunia |
petunia:
eigen spelling
pìtunia (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
[N 92 (1982)]Petunia (petunia hybrida). Paarse, blauwe, rode, witte of gestreepte bloemen, ze worden als sierplanten gekweekt. De bloemkroon is groot, trechtervormig. Het zijn behaarde kruiden, kleverig op het gevoel door de talrijke klierharen (petunia, petertunneke, [N 92 (1982)]
I-7, III-2-1
|
33569 |
peulerwten |
peulen:
ideosyncr.
peule (L386p Vlodrop)
|
De peulerwt; soort van erwt waarbij de hele vrucht gegeten wordt, ook de schil (sluimerwt, hauw(ke), peul, suikererwt, blie-erwt). [N 82 (1981)]
I-7
|
20572 |
peuzelen |
peuzelen:
peuzele (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
peuzelen; Hoe noemt U: Langzaam en met smaak eten (pluizen, peuzelen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21734 |
pezerik |
peits (<du.):
WNT: peits, Van hd. peitsche, zweep, dat van slavischen oorsprong is. Het woord is blijkbaar uit het Hd. overgenomen en komt b.v. in Brab., Limburg en elders in de volkstaal vor en is ook in Z.-Afrika gewoon. Verwantschap met mnl. peetse, pees, is minder waarschijnlijk.
pijtsj (L386p Vlodrop)
|
harde, gedroogde, holle spier of pektouw of touw met knopen als strafwerktuig [looiepees, pezerik, bullepees] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
18806 |
piekeren |
piekeren:
piekkerre (L386p Vlodrop)
|
over zijn zorgen nadenken [mijmeren, dolleren, prakkezeren, praktiseren, dubben, dromen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24224 |
piepen |
piepen:
piepe (L386p Vlodrop),
sjierpen:
sjirpe (L386p Vlodrop)
|
een zacht piepend geluid geven, gezegd van vogels (sjirpen, tjilpen, tjerpen) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
22424 |
pijl |
pijl:
piel (L386p Vlodrop)
|
De dunne lichte staaf van hout met een scherpe punt die met een boog naar een doel wordt afgeschoten [pijl, bout, teit, straal, schicht]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
24777 |
pijlkruid |
zwalgenstaart:
eigen spelling
sjwalgesjtaart (L386p Vlodrop)
|
Pijlkruid (sagittaria sagittifolia 30 tot 100 cm hoge plant. De stengels zijn driekantig; de bladeren zijn pijlvormig, de ondergedoken bladeren lintvormig, tevens stomp; de bloemen groeien in kransen van 3, eenslachtig vrouwelijk onderaan, 3-tallig, wit [N 92 (1982)]
III-4-3
|
17991 |
pijn |
pijn:
pien (L386p Vlodrop),
pin (L386p Vlodrop)
|
mijn voeten doen mij erg zeer [DC 03 (1934)] || pijn [RND]
III-1-2
|