25253 |
pint, maat van 0,5 liter |
halve:
(vloeistof).
halve (L386p Vlodrop)
|
de maat die een inhoud aangeeft van 0,5 liter [snelleke, pint, schopje, schep, wup, leers] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
20060 |
pioen |
balroos:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
balroos (L386p Vlodrop),
waarmee speciaal de gevulde bloemen bedoeld........
balroos (L386p Vlodrop)
|
[DC 17 (1949)]Pioen (Paeonia officinalis L.) [DC 17 (1949)]
I-7, III-2-1
|
24364 |
pissebed |
wild varken:
wild verke (L386p Vlodrop),
oniscus asellus/oniscus murarius (=ZND 18)
wild verke (L386p Vlodrop),
zeikester:
ideosyncr.
zeikaister (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt u de keldermot, pissebed (kelderoog, varkentje, stekelvarken, steenmot, zespoter, varkensbeest) [N 83 (1981)] || pissebed, keldermot [GV K (1935)]
III-4-2
|
33570 |
pit van een steenvrucht |
keets:
ideosyncr.
kitsch (L386p Vlodrop)
|
De pit van een steenvrucht (kern, steen, pit, baak, teel, kelling). [N 82 (1981)]
I-7
|
33495 |
pit, kern van fruit |
pit:
petən (L386p Vlodrop)
|
[RND 08]
I-7
|
24974 |
plaats maken |
plaats maken:
plaatsmake (L386p Vlodrop)
|
ruimte beschikbaar maken [plaats maken, schavelen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22479 |
plaats waar de kegels staan |
bos:
bosj (L386p Vlodrop)
|
De plaats waar de kegels staan opgesteld [bos]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19470 |
plafond |
plafond:
plǝfoŋ (L386p Vlodrop)
|
Zie kaart. Het ondervlak of de bekleding van een zoldering. In het onderzoeksgebied wordt onder een 'plafond' vooral een gepleisterde, meestal met lijsten en/of reliefs van stuc versierde bekleding van een zoldering verstaan. De term 'zoldering' wordt daarentegen gebruikt voor het ondervlak van een verdiepingsvloer waarvan de draagbalken nog zichtbaar zijn. Zie ook het 'Limburgs Idioticon', pag. 295, s.v. 'zoldering', ø̄Met de bepaalde betekenis van onbeplakten zolder. Geh. rond Maeseyck.ø̄ Om een gepleisterd plafond te maken worden eerst tengels op onderlinge afstand van ongeveer 7 cm onder de balken van de bovenliggende vloerlaag gespijkerd. Aan de tengels wordt vervolgens droog Maasriet bevestigd, dat met zigzagsgewijs om platkopspijkers gewonden koperdraad tegen de tengels wordt vastgeklemd. In plaats van riet kan ook steengaas worden gebruikt. Daarna wordt eerst een ruwe laag vette kalkmortel aangebracht en vervolgens wordt het geheel afgewerkt met een mengsel van kalk en gips. Langs de wand brengt men gewoonlijk een plint aan die wordt vervaardigd door op het plafond latjes te bevestigen en de plint gelijk met die latjes af te werken. Eventuele ornamenten worden met gips opgeplakt. In L 383 sprak men bij een boerderij vooral van de 'zolder' en in een gewoon huis van het 'plafond'. [N 6, 20; N 54, 143a; L 2, 19; monogr.; Vld.]
II-9
|
21967 |
plank van duivenslag |
slag:
sjlaag (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet het platform, de plank zelf? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22734 |
plankmis |
poedel:
poedel (L386p Vlodrop)
|
De plank missen bij het kegelspel [henk, olie]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|