e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
roeping roeping: reuping (Vlodrop) Roeping. [N 96D (1989)] III-3-3
roepwoord voor de geit geit: gęi̯t (Vlodrop) [N 19, 74e; VC 14, 2l r; L B2, 259e -263-; monogr.; N C, Q 111 add.] I-12
roepwoord voor de jonge geit geitje: getšǝ (Vlodrop) [N 19, 74f; VC 14, 2m -r-] I-12
roepwoord voor de stier mennes: menas (Vlodrop) [N 3A, 13] I-11
roerom meelpap: meilpap (Vlodrop) roerom; Hoe noemt U: Een gerecht dat bestaat uit meel, gekookt in water of melk, met stroop en vet opgediend (treot, potstroe, ruierom, potjebuul) [N 80 (1980)] III-2-3
roest roest: ros (Vlodrop) roest, rood- of bruingele bedekking die aan de oppervlakte van ijzer en staal ontstaat door verbinding met zuurstof, vooral in een vochtige omgeving [roester] [N 81 (1980)] III-4-4
roestplek roest: ros (Vlodrop) Roestplek in het linnen (spot, spit, tikkel, maal, plek, smet) [N 79 (1979)] III-2-1
roet roet: oo kort  rot (Vlodrop) Het rookzwart dat onder een ketel vastzit (zoet, zwart, roet, kroos) [N 79 (1979)] III-2-1
rog plat: ideosyncr.  plat (Vlodrop) Hoe noemt u de rog: een kraakbeenvis met een afgeplat schijfvormig lichaam. Het voorste deel van het lichaam (romp en borstvinnen) vormt een ronde tot vierkante schijf. Het lichaam eindigt in een lange dunne staart. De staart draagt twee rugvinnen. Aan de [N 83 (1981)] III-2-3
rollen op de rug leggen: ǫpǝ røk lɛgǝ (Vlodrop) De koe tijdens het kalven op de rug wentelen. [N 3A, 50] I-11