e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rukwind rukwind: rukwind (Vlodrop), windstoot: windsjtoot (Vlodrop) rukwind, plotselinge, felle wind [trekwind, snuk wind, strobatie] [N 81 (1980)] || windstoot, ruk of stoot van de wind [hort, buis] [N 81 (1980)] III-4-4
runderhorzel, horzel horzel: ?  hoezel (Vlodrop) Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)] III-4-2
runderlapjes stooflappen: sjtoof-lappe (Vlodrop) Runderlapjes (krippot, kripvlees?) [N 16 (1962)] III-2-3
rundvee vee: (Vlodrop) Als vee gehouden runderen. Rundvee in het algemeen. Zie afbeelding 1. [N 3A, 1; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
rundvleessoep rindvleessoep: rindjfleisjsoep (Vlodrop) Soep van rundvlees (rundsolf?) [N 16 (1962)] III-2-3
rusten pauzeren: poozeere (Vlodrop), rusten: ruste (Vlodrop) Rusten: rust houden na arbeid of vermoeienis (schoven, schoften). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw schraal: sjraal (Vlodrop) Ruw worden van handen en gewrichten (schraap, verharen). [N 84 (1981)] III-1-2
ruw, hard ruw: roewwe (Vlodrop) zonder fijn gevoel, hard [rouw, ruw] [N 87 (1981)] III-3-1
ruzie strijd: sjtried (Vlodrop) een luidruchtige woordenstrijd, onenigheid die door praten of schreeuwen tot uitdrukking komt [ruzie, ravelleke, poepelderij, kadij, twist, ruzing, kerwel, actie, piekenpoek] [N 85 (1981)] III-3-1
ruziën stampen en slaan: sjtampe en sjloan (Vlodrop) ruzie maken en daarbij gebruik maken van handen, armen en benen [kempen, kebberen, vechten] [N 85 (1981)] III-3-1