e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sabbelen sabbelen: zabbele (Vlodrop) sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)] III-2-3
sacramentsaltaar sacramentsaltaar: sakramentsaltaor (Vlodrop) Het sacramentsaltaar (in grote kerken), een afzonderlijk altaar waarop zich het tabernakel met de H. Hosties bevindt. [N 96A (1989)] III-3-3
sacristie sacristie: sakristie (Vlodrop) Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)] III-3-3
salamander salamander: salemander (Vlodrop) salamander [DC 07 (1939)] III-4-2
salomonszegel meibloem: eigen spelling  meibloom (Vlodrop) Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)] III-4-3
samenspannen heulen: heule (Vlodrop) samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)] III-3-1
samentrekken van de vleugels stoten: sjtoote (Vlodrop) Hoe benoemt U allerlei vormen van vliegen: het samentrekken van de vleugels bij het vallen? [N 93 (1983)] III-3-2
sanctus sanctus (lat.): sanctus (Vlodrop) Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)] III-3-3
sap in planten sap: ideosyncr.  saap (Vlodrop) Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] III-4-3
sap van een vrucht sap: ideosyncr.  saap (Vlodrop, ... ) Het sap van een vrucht (sap, tocht). [N 82 (1981)] || Het vocht dat zich in planten of plantendelen bevindt of eruit verkregen is (sap, tocht). [N 82 (1981)] I-7