25048 |
snorren |
snorren:
sjnorre (L386p Vlodrop)
|
een ruisend-brommend geluid maken, gezegd van bijv. een kacheltje [snorren, snorzen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
22472 |
snorrepijp |
zoemer:
zoemer (L386p Vlodrop)
|
Het zelfgemaakte speelgoed bestaande uit een stukje karton of een dun plankje dat de kinderen snel ronddraaien en dat een snorrend geluid kan maken [snorrebot, hor, snorrepijp]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18026 |
snotneus |
snotaap:
sjnotaap (L386p Vlodrop),
snotternaas:
sjnoternaas (L386p Vlodrop),
snotterneus:
sjnoternaas (L386p Vlodrop)
|
een kind dat zich met zaken bemoeit en daarover een mening geeft, waarvoor het nog te jong is [snotneus, snotter, aap, koetneus, plathoek] [N 85 (1981)] || neus: snottebel [snotkeekel, snotkikkel, snotkiekje, snotneus, snottebrel] [N 10 (1961)] || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)]
III-1-2, III-1-4
|
18027 |
snotteren |
snotteren:
sjnoottert (L386p Vlodrop)
|
Snotteren: herhaaldelijk en hoorbaar de neus ophalen om deze vrij te maken van neusvocht (snotteren, snitteren, snutten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
20567 |
snuifje |
snuif:
schnoef (L386p Vlodrop),
sjnoef (L386p Vlodrop)
|
snuifje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid tabak die men in een keer opsnuift (snuifje, snuit, kees, prise) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
21858 |
snuisterij |
prulletje:
prulke (L386p Vlodrop)
|
een klein sieraad, een aardig prulletje van geringe waarde [snuisterij, snuiselderij] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
17590 |
snuit |
bek:
lang
bēk (L386p Vlodrop),
snoet:
ideosyncr.
sjnoet (L386p Vlodrop),
snuit:
sjnoet (L386p Vlodrop)
|
gezicht, gelaat: spotbenamingen [N 10 (1961)] || Hoe noemt u het vooruitstekende deel van het aangezicht van dieren (snuit, snoefel) [N 83 (1981)]
III-1-1, III-4-2
|
17841 |
snurken |
snurken:
sjnorke (L386p Vlodrop)
|
snurken [snorke, ronke] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
18971 |
sober |
sobertjes:
sobertjes (L386p Vlodrop)
|
afkerig van overdaad of overmaat [sefiel, sober] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19736 |
soda |
soda:
zōdā (L386p Vlodrop)
|
de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|