34086 |
billen |
batsen:
batsǝ (L386p Vlodrop),
vot:
vǫt (L386p Vlodrop)
|
Het achterwerk van de koe. [N 3A, 112]
I-11
|
21878 |
billijk |
billig:
billig (L386p Vlodrop)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
22145 |
binnendeksel van een duivenmand |
binnendeksel:
binne diksel (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: binnendeksel? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19444 |
binnenplaats |
binnenplaats:
binneplaats (L386p Vlodrop)
|
Plaats die bij een huis hoort en omsloten is door muren (binnenplaats, plaatsje, plein, werft, court) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
21820 |
binnensmonds praten |
murmelen:
murmelle (L386p Vlodrop)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
krangs:
krams (L386p Vlodrop)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
18529 |
binnenzak |
binnentas:
binnetèsj (L386p Vlodrop)
|
binnenzak van een jas [binnetes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
bioscoop:
bioskoop (L386p Vlodrop)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
bisdom (L386p Vlodrop)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
busjop (L386p Vlodrop)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|