e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sport van een stoel sport: špoͅrt (Vlodrop), sproot: šprōͅt (Vlodrop) ronde of vierkante latten, die soms de poten van een stoel aan de onderzijde verbinden [DC 19 (1951)] III-2-1
spotten de gek steken: gek sjteike (Vlodrop), spotten: sjpotte (Vlodrop) de spot drijven met [spotten, spreeuwen, truten, zwanzen] [N 85 (1981)] || zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts [grappen] uiten [spreeuwen, spotten, truten, zwanzen, lollen, leuren] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1
spreeuw spraan: sjpraon (Vlodrop) Hoe heet de spreeuw? [DC 06 (1938)] III-4-1
spreken, praten kallen: kalle (Vlodrop), spreken: sjprèke (Vlodrop) praten [DC 02 (1932)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)] III-3-1
sprenkelen sprinkelen: sjpinkele (Vlodrop) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast met de wijwaterskwast rondgaan: mit de wiewaterskwas rondgaon (Vlodrop), zengenen: zaengene (Vlodrop) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
springvloed springvloed: sjpringvloot (Vlodrop) springvloed, hoge waterstand die ontstaat als zon- en maanvloed samenwerken [giertij, springtij, gierstroom] [N 81 (1980)] III-4-4
sprinkhaan hooispring: huijsprink (Vlodrop) sprinkhaan [DC 07 (1939)] III-4-2
sproeten sproetelen: sjprotel (Vlodrop) sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)] III-1-1
sprokkelen sprokkelen: sjprokkelle (Vlodrop) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)] III-1-2