e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tasruimte naast de dorsvloer gebont: gǝbo.nt (Vlodrop) Het schuurvak of de door het tasmuurtje van de dorsvloer gescheiden ruimte naast de dorsvloer waar veelal de graanschoven bewaard worden. Men stapelt er van de vloer tot onder het dak. Om schade door ratten of muizen tegen te gaan legt men onderaan takkenbossen of oud stro, ook maakt men wel een vloertje van planken op stenen, zodat de katten er onderdoor kunnen. Men tast in een van de vakken van de tasruimte ook wel stro of hooi. De benamingen betreffen de gehele tasruimte (bestaande uit een of meer vakken, naar gelang de indeling en de grootte van de schuur), één van de vakken van de tasruimte (vaak voor een bepaald gebruik) of een van de tasruimten als er aan beide zijden van de dorsvloer een is. Met een cijfer achter het codecijfer wordt, indien mogelijk, aangegeven uit hoeveel vakken de tasruimte bestaat of hoeveel van de zo genoemde tasruimten er zijn. In het lemma komen twee typen metonymieën voor: de benaming van de oogststapel wordt gebruikt voor de ruimte waar gestapeld wordt (in de gevallen tas en berm en hun samenstellingen) en ook wordt de benaming van de begrenzing van de ruimte, het gebont en de daarmee verbonden woordgroepen, benut voor de ruimte zelf. Deze twee gevallen van betekenisuitbreiding staan achter in het lemma bijeen. Zie ook het lemma "oogststapel in de schuur" (3.3.6). En vergelijk nog Goossens 1963b en 1973 (over wis) en, speciaal voor uilicht, Goossens 1988, 165-167, met kaart. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen (tas(t)) en (berm) het lemma "oogststapel in de schuur" (3.3.6), van het woorddeel (schuur) het lemma "schuur" (3.1.1). Zie ook afbeelding 14.e bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 69a; N 4A, 10b; N 5, 81 en 85a; N 14, 48; N 15, 49b; N C, 5a; JG 1a, 1b en 2c; L B2, 292; L 48, 13; Lu 2, 13; Gi 2.1, 20; S 50; monogr.; add. uit N 5A, 58b, 70a en 71] I-6
taxeren schatten: sjatte (Vlodrop) de waarde van een artikel schatten [taxeren, schatteren] [N 89 (1982)] III-3-1
taxus zeverboom: ideosyncr.  zeverbaom (Vlodrop) De taxus; heeft platte, kortgesteelde naalden, aan de bovenzijde zijn de naalden heel donkergroen; naalden en takken bevatten een vergiftige olie; paarden en vee sterven er snel aan; heeft opvallende bessen (ijf, venijnboom). [N 82 (1981)] III-4-3
te communie gaan te communie (<lat.) gaan: te kemuune gaon (Vlodrop) Tot de communie gaan, ter communie gaan, te communie gaan, communiceren onder de mis [kómmeletseere?]. [N 96B (1989)] III-3-3
te communie gaan op hoge feestdagen te communie (<lat.) gaan: te kemuunj gaon (Vlodrop) op hoge feestdagen te communie gaan (ter hoogtij(d) gaan). [N 96D (1989)] III-3-3
te licht in de rug te licht in de rug: tǝ lex˱ enǝ røk (Vlodrop) Als men teveel achteraan in de kar laadt, kan het paard de kar moeilijker trekken, omdat door het gewicht van de lading de bruikriem omhoogdrukt. Hierdoor kan de kar de neiging hebben om te wippen (zie ook voor het lemma de kar wipt. [N 17, 96 + 99] I-13
te veel voederen te veel voederen: teveul gevoord (Vlodrop) Hoe heet verder in Uw dialect: te veel voederen? [N 93 (1983)] III-3-2
te weinig voederen te weinig voederen: tewinnig gevoord (Vlodrop) Hoe heet verder in Uw dialect: te weinig voederen? [N 93 (1983)] III-3-2
tegen de bal schoppen stampen: sjtampe (Vlodrop) Tegen de bal schoppen in het voetbalspel [schoppen, trappen]. [N 88 (1982)] III-3-2
tegenvaller verlies: verlees (Vlodrop) een zwaar geldelijk verlies [krook] [N 89 (1982)] III-3-1