e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vlijns, geelbruine aarde streep leem: sjtreep leim (Vlodrop) geelbruine aarde tussen bruine grond en leem in [vlijns, vlijst] [N 81 (1980)] III-4-4
vlinder rupsenschijter: roepse-sjieter (Vlodrop), roepseschieëter (Vlodrop), roepsesjieter (Vlodrop), vlinder: vlendər (Vlodrop), zomervogel: zomervogel (Vlodrop) vlinder [GV Gr (1935)], [Roukens 03 (1937)], [ZND 18G (1935)] || vlinder, algemeen [DC 18 (1950)] || vlinder, pepel [RND] III-4-2
vlinderdasje strikje: sjtrikske (Vlodrop) vlinderstropdas [nondejuuke, striekske] [N 23 (1964)] III-1-3
vloed, hoogtij hoogwater: hoogwater (Vlodrop) vloed, wassen van het water van de zee en de toestand van hoog water [bovenwater, hoog tij] [N 81 (1980)] III-4-4
vloeiweide vloeiwei: vloeiwei (Vlodrop) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8
vloek vloek: vlook (Vlodrop, ... ) een uitdrukking die een verwensing, vooral een godslastering behelst [vloek, kneerp] [N 85 (1981)] || een vloek [hiemmeltsakker] [N 96D (1990)] || Een vloek [hiemmeltsakker]. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloeken vloeken: vlooke (Vlodrop, ... ) godslasterende woorden uitspreken [vloeken, parlesanten, godverren, nonnen, sjamfoeteren, bidden, sakken] [N 85 (1981)] || vloeken [N 96D (1990)] || Vloeken. [N 96D (1989)] III-3-1, III-3-3
vloekje vloekje: vlukske (Vlodrop) Een vloekje [vluukse]. [N 96D (1989)] III-3-3
vloertegel plavuis: pləvy(3)̄s (Vlodrop) een grote rode of blauwe vloertegel [N 05A (1964)] III-2-1
vlooien vlooien: vleu (Vlodrop) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: vedermijten: vlooien [N 93 (1983)] III-3-2