e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voeren voederen: voorre (Vlodrop), vore (Vlodrop) de jongen voeden, gezegd van vogels (azen, aanazen, ekeren) [N 83 (1981)] III-4-1
voerschep voerschotel: vou̯ǝršotǝl (Vlodrop) Schep zonder steel om voer uit de koe- of varkensketel te scheppen. [N 18, 9a en 132; JG 1a, 1b] I-11
voertuig voertuig: voortuug (Vlodrop) de algemene naam voor een constructie op wielen die geduwd of getrokken wordt of door een motor voortbewogen wordt en die bedoeld is om personen of goederen te vervoeren [voertuig, voiture] [N 90 (1982)] III-3-1
voet, maat van 0,28 m voet: voot (Vlodrop) de maat die een lengte aangeeft van 28 cm [voet] [N 91 (1982)] III-4-4
voetenbankje voetenbankje: vootebenkske (Vlodrop) Het bankje om de voeten op te zetten [vootebenkske?]. [N 96A (1989)] III-3-3
voetganger voetganger: vootganger (Vlodrop) een persoon die te voet gaat [voetganger, voetreiziger, voeteerder] [N 90 (1982)] III-3-1
voetgebeden voetgebeden: vootgebae (Vlodrop) De gebeden aan de voet van het altaar, de voetgebeden. [N 96B (1989)] III-3-3
voetjicht gicht aan de voet: gig aan de voot (Vlodrop) Voetjicht: soort jicht die zich openbaart door een hevige pijn in de voet, vooral in het gewricht tussen middenvoetsbeentje en grote teen, podagra (voetje, pootje, kozijntje, voetjicht). [N 84 (1981)] III-1-2
vogel op de schutsboom vogel: vogel (Vlodrop) De houten vogel die afgeschoten moet worden. [N 88 (1982)] III-3-2
vogelkers vogelkers: ideosyncr.  vogelkirsch (Vlodrop) Vogelkers: een struik die in juni bloeit met kleine witte sering-achtige bloemtrossen; de vruchten rijpen in september. Een soort groeit zeer snel en is zo agressief dat hij andere struiken verdringt (vuilboom, meilaar, paduwa, hondskers). [N 82 (1981)] III-4-3