24705 |
bolderik |
bolderik:
eigen spelling
bolderrik (L386p Vlodrop)
|
Bolderik (agrostemma githago 20 tot 90 cm hoog. De stengels zijn dicht behaard; de bladeren zijn lancetvormig, spits en ongesteeld, tevens dicht behaard; de bloemen zijn lang gesteeld en afzonderlijk groeiend, de kleur is roodviolet met donkere lengtest [N 92 (1982)]
III-4-3
|
21009 |
bolster van een noot |
schaal:
ideosyncr.
sjaal (L386p Vlodrop)
|
De harde huid van een noot (bast, bolster, sloester, schaal, hulster, boost, bluster, boets, schulp, schelp, snoester). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
32326 |
bom, spon |
spon:
špon (L386p Vlodrop)
|
De houten stop die ter afsluiting in het spongat wordt geslagen of geschroefd. Volgens de respondenten uit Gulpen (Q 203), Rothem (Q 99*) en Klimmen (Q 111) werd onder de bom eerst nog een lap gelegd. Die werd sponlap (Q 99*: šponlap) of sponlapje (Q 111: šponlɛpkǝ) genoemd. Zie ook het lemma ɛsponɛ in wld II.2, pag. 44.' [A 36, 3b; N 6, 4 add.; N E, 48a add.; L 7, 28 add.; monogr.]
II-12
|
25114 |
bomijs |
hol ijs:
haol ies (L386p Vlodrop)
|
ijs waar het water onderuit is gelopen [holijs, bomijs, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20661 |
bonenkruid |
bonenkruid:
ideosyncr.
bonekroet (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
Bonenkruid, het geurige kruid dat bij de tuinbonen of andere peulvruchten gevoegd wordt (keule, keul, kuil, kruid, heume, bonenkruid, kuun, keune). [N 82 (1981)]
I-7, III-2-3
|
23309 |
bonnet |
bonnet (<oudfr.):
bonnet (L386p Vlodrop)
|
De bonnet van de priester. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18296 |
bont als apart kledingstuk |
pels:
pels (L386p Vlodrop)
|
bont, zachtharig dierenvel (das, vos, e.d.) als los kledingstuk [poes, pels, mansjel] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
17877 |
bont en blauw slaan |
bont en blauw slaan:
bunt ɛn blāuw gəslāgə (L386p Vlodrop)
|
bont en blauw geslagen [RND]
III-1-2
|
24124 |
bonte kraai |
zaadkraan:
zaodkraon (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet de bonte kraai? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
18297 |
bontkraag |
pelskraag:
pelskraag (L386p Vlodrop)
|
kraag van bont [N 23 (1964)]
III-1-3
|