id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
19306 | wispelturig | wispelturig: wispelturigge (Vlodrop), wisselvallig: wisselvallig (Vlodrop) | nu eens kwaad, dan weer poeslief zijn [heupen] [N 85 (1981)] || steeds veranderend van stemming en doelstelling [hobbeleurig, wispelturig] [N 85 (1981)] III-1-4 |
25093 | wisselen | omzetten: omzette (Vlodrop) | onderling veranderen; het een voor het andere nemen of geven (bijv. voor plaats) [wisselen, omzetten] [N 91 (1982)] III-4-4 |
34143 | wisselen van tanden | breken: brē̜kǝ (Vlodrop) | [N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22] I-11 |
25174 | wisselvallig weer | buiig (weer): buiig (Vlodrop), regenachtig (weer): reingerachtigh (Vlodrop), t weer staat te luimen]: oonzeker waer (Vlodrop), wisselvallig (weer): wisselvalligh (Vlodrop) | lucht die regenachtig weer betekent [treuzellucht] [N 81 (1980)] || lucht die wisselvallig weer betekent [kwaklucht, knoeilucht] [N 81 (1980)] || niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] || nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)] III-4-4 |
19435 | wit zand, stooizand | zand: zand (Vlodrop) | De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)] III-2-1 |
24521 | witte abeel | canada: ideosyncr. kannada (Vlodrop) | De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)] III-4-3 |
20575 | witte kaas, wrongel | fluitkaas: fluitkees (Vlodrop), klatskaas: klatsj kees (Vlodrop), kletsjkees (Vlodrop) | hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)] III-2-3 |
20654 | witte kool | kappesmoes: kappesmoos (Vlodrop) | witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)] I-7 |
24790 | witte krodde | herdentasje: eigen spelling herdetesjke (Vlodrop) | Witte krodde (thlaspi arvense 15 tot 40 cm groot. De plant is geelgroen en kaal. De stengels groeien rechtop en zijn al of niet vertakt; de wortelbladen zijn langwerpig, tevens gesteeld; de stengelbladen zijn pijlvormig en stengelomvattend, ze zijn lang [N 92 (1982)] III-4-3 |
24642 | witte narcis | witte paasbloem: eigen spelling wittepausjbloom (Vlodrop) | Witte narcis (narcissus poeticus). De rand der bijkroon is vliezig doorschijnend. De bloeistengel is samengedrukt met twee scherpe randen. De bloemen zijn meestal alleenstaand, de dekslippen zijn sneeuwwit, de bijkroon is geel met rood (tijloos, paasbloem [N 92 (1982)] III-4-3 |