| 19306 |
wispelturig |
wispelturig:
wispelturigge (L386p Vlodrop),
wisselvallig:
wisselvallig (L386p Vlodrop)
|
nu eens kwaad, dan weer poeslief zijn [heupen] [N 85 (1981)] || steeds veranderend van stemming en doelstelling [hobbeleurig, wispelturig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 25093 |
wisselen |
omzetten:
omzette (L386p Vlodrop)
|
onderling veranderen; het een voor het andere nemen of geven (bijv. voor plaats) [wisselen, omzetten] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
| 34143 |
wisselen van tanden |
breken:
brē̜kǝ (L386p Vlodrop)
|
[N 3A, 108b; N 3A, 16; N 3A, 22]
I-11
|
| 25174 |
wisselvallig weer |
buiig (weer):
buiig (L386p Vlodrop),
regenachtig (weer):
reingerachtigh (L386p Vlodrop),
t weer staat te luimen]:
oonzeker waer (L386p Vlodrop),
wisselvallig (weer):
wisselvalligh (L386p Vlodrop)
|
lucht die regenachtig weer betekent [treuzellucht] [N 81 (1980)] || lucht die wisselvallig weer betekent [kwaklucht, knoeilucht] [N 81 (1980)] || niet schijnen te weten wat het wil gaan doen, gezegd van het weer [loerachtig [N 22 (1963)] || nu eens regenen, dan weer helder zijn, gezegd van het weer [N 81 (1980)]
III-4-4
|
| 19435 |
wit zand, stooizand |
zand:
zand (L386p Vlodrop)
|
De witte stof die vroeger op de vloer gestrooid werd (zand, wit zand) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
| 24521 |
witte abeel |
canada:
ideosyncr.
kannada (L386p Vlodrop)
|
De witte abeel, 15-18 m hoog, bladeren 8-12 cm, zijn grijsgroen aan de bovenzijde en kalkwit aan de onderkant (abeel, witbeel, kjeseboom, peppel, vlaming, witte canada, witte boom). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 20575 |
witte kaas, wrongel |
fluitkaas:
fluitkees (L386p Vlodrop),
klatskaas:
klatsj kees (L386p Vlodrop),
kletsjkees (L386p Vlodrop)
|
hangop; Hoe noemt U: Een koud melkgerecht van karnemelk die men in een zak of in een doek opgehangen, heeft laten uitdruipen en vervolgens met melk en suiker aangemengd, opdient (hangop, hangebast) [N 80 (1980)] || Smeerbare witte kaas of wrongel (fluitert, fluiterskaas?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
| 20654 |
witte kool |
kappesmoes:
kappesmoos (L386p Vlodrop)
|
witte kool, de kool waarvan zuurkool gemaakt wordt [DC 27 (1955)]
I-7
|
| 24790 |
witte krodde |
herdentasje:
eigen spelling
herdetesjke (L386p Vlodrop)
|
Witte krodde (thlaspi arvense 15 tot 40 cm groot. De plant is geelgroen en kaal. De stengels groeien rechtop en zijn al of niet vertakt; de wortelbladen zijn langwerpig, tevens gesteeld; de stengelbladen zijn pijlvormig en stengelomvattend, ze zijn lang [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 24642 |
witte narcis |
witte paasbloem:
eigen spelling
wittepausjbloom (L386p Vlodrop)
|
Witte narcis (narcissus poeticus). De rand der bijkroon is vliezig doorschijnend. De bloeistengel is samengedrukt met twee scherpe randen. De bloemen zijn meestal alleenstaand, de dekslippen zijn sneeuwwit, de bijkroon is geel met rood (tijloos, paasbloem [N 92 (1982)]
III-4-3
|