24574 |
witte waterlelie |
waterlelie:
-
waterlelie (L386p Vlodrop)
|
witte waterlelie [DC 17 (1949)]
III-4-3
|
20620 |
wittebrood |
weg:
wek (L386p Vlodrop)
|
Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)]
III-2-3
|
18867 |
woede |
giftig:
giftig (L386p Vlodrop)
|
hevige boosheid [gift, gif, koleire, woede, horzel, frut] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
gonsdig (L386p Vlodrop),
goonsdig (L386p Vlodrop)
|
dag; woensdag [N 07 (1961)] || de vierde dag van de week, woensdag [goensdag] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21131 |
woest, wild rijden |
crossen (<eng.):
krosse (L386p Vlodrop)
|
woest, wild rijden [rossen, rotsen] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24776 |
wolfskers |
wolfskers:
eigen spelling
wolfkirsj (L386p Vlodrop)
|
Wolfskers (atropa belladonna). Plant uit bosrijke bergstreken, als artsenij-gewas gekweekt en soms verwilderd. De bladeren zijn gaafrandig met 1 tot 3, meestal enigszins overhangende, paarsachtig bruine bloemen in de oksels. De bessen zijn zwart en zeer g [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25210 |
wolkenbank |
bank:
bank (L386p Vlodrop)
|
lange streep wolken die onbeweeglijk aan de horizon hangt [bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24697 |
wollegras |
pluis:
eigen spelling
pleusj (L386p Vlodrop)
|
Wollegras (eriophorum 20 tot 60 cm grote plant. De plant is dicht zodevormig, naar de top driekantig; aartjes 3-5; de vruchten hebben een lange, witte, wollige pluis. Bloeitijd in april en mei. Algemeen (veenvlok, pluisje, lok, vlok). [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23919 |
wonderdoener |
wonderdoender:
wonger doonder (L386p Vlodrop)
|
Een wonderdoener. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23918 |
wonderen doen |
wonderen doen:
wongere doon (L386p Vlodrop)
|
Wonderen doen/verrichten. [N 96D (1989)]
III-3-3
|