| 21305 |
buurten |
buurten:
buurte (L386p Vlodrop)
|
de avonden doorbrengen met praten en roken [kortavonden] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
| 22411 |
caleidoscoop |
kijkbus:
kiekbus (L386p Vlodrop)
|
Een kijker die eenvoudige daarin gelegde kleurige voorwerpjes veelvoudig weerspiegelt en zo regelmatige bij de geringste beweging telkens afwisselende figuren vertoont [caleidoscoop, kijkbus]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 21223 |
calèche -> koets (alg.) |
koets:
koetsj (L386p Vlodrop)
|
een licht, vierwielig rijtuig [caleche, kales] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 24604 |
canadapopulier |
canada:
ideosyncr.
kannada (L386p Vlodrop)
|
De canadese populier; kruising tussen de zwarte populier en amerikaanse soort (canada, kana, klaterboom, canadas, canidas, gauwgroot). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
| 23581 |
canon |
benedictus:
benedictus (L386p Vlodrop)
|
Het op het sanctus volgende hoofdgedeelte van de mis, de canon = eucharistisch gebed. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
| 18557 |
capuchon |
capuchon (fr.):
capuchon (L386p Vlodrop)
|
capuchon van een regenmantel [tröt] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 22423 |
carambole |
carambole (fr.):
karambool (L386p Vlodrop)
|
Het raken van de rode bal en één van de beide witte met de andere witte bal waarmee gespeeld wordt in een bepaald biljartspel [carambole, karbel, kerbol, karbelhouwogen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 18067 |
cariës |
rotte tanden:
rotte teng (L386p Vlodrop)
|
Cariës: tandbederf, langzame vernietiging van het glazuur van de tand (wolf, cariës). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 22439 |
carnavalsoptocht |
optocht:
optoch (L386p Vlodrop)
|
De optocht met carnaval [cavalcade]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
| 29582 |
casserole |
casserole:
kasǝrǫl (L386p Vlodrop)
|
Pot van aardewerk met twee oren en een deksel. In L 270 kende men casseroles met een inhoud van 4 liter (4 kwārts), 3 liter (3 kwārts), 2 liter (2 kwārts) en 1 liter (kwārts). [N 49, 98a; R 3, 75; monogr.]
II-8
|