e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
doodzonde doodzonde: doodzung (Vlodrop) Doodzonde, dodelijke zonde [doeëdzund]. [N 96D (1989)] III-3-3
doofpot amerenpot: aomerepot (Vlodrop) pot, gegoten, van ijzer, waarin men het houtskool koud laat worden (aomerepot, kriekepot, smoorpot) [N 20 (zj)] III-2-1
dooien t slaakt]: ut waer geit aaf (Vlodrop) dooien [t weer gaat af [N 22 (1963)] III-4-4
dooier (het) geel: xē̜.l (Vlodrop), doren: dǭrǝ (Vlodrop) Het geel van het ei. [RND 123; L 1a-m; L 3, 8; L A2, 383; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
dooierzwam eierzwam: eigen spelling  eijersjwam (Vlodrop) Cantharel: een gele, eetbare paddestoel (cantharel, eierzwam, dooierzwam). [N 92 (1982)] III-4-3
doop doop: duip (Vlodrop) Een doop. [N 96D (1989)] III-3-3
doopbewijs doopbriefje: doupbrifke (Vlodrop) Het doopbriefje, het bewijs dat men gedoopt is [doofsjien]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopgetuige mee aan de doop gaan: mit aanen doup gaon (Vlodrop) Als doopgetuige aanwezig zijn [an doof joaë]. [N 96D (1989)] III-3-3
doopjurkje doopkleed: doͅ.upklɛ.it (Vlodrop), doopkleedje: doupklidsje (Vlodrop) doopkleed [RND] || het doopkleed, de doopjurk [N 96D (1989)] III-2-2, III-3-3
doopkaars doopkaars: doupkerts (Vlodrop), duipkerts (Vlodrop) De doopkaars. [N 96D (1989)] III-3-3