18877 |
drenzen |
stensen:
sjtense (L386p Vlodrop),
zemelen:
zemelle (L386p Vlodrop),
zeuren:
zeure (L386p Vlodrop)
|
drenzen: de kinderen drenzen de hele dag [DC 16 (1948)] || op een zeurderige toon huilen [drenzen, jengelen, janken, drammen, simmen] [N 85 (1981)] || op zeurderige toon huilen [knooiachtig, dremmerig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24498 |
driekleurig viooltje |
driekleurig viooltje:
eigen spelling
driekleurig-vieulke (L386p Vlodrop)
|
Driekleurig viooltje (viola tricolor 5 tot 40 cm groot. De bladeren zijn eivormig-langwerpig, gekarteld, de steunblaadjes zijn ingesneden; de bloemen hebben 4 omhoog gerichte, meestal blauwpaarse kroonbladeren en 1 naar onder gericht, meestal geelwit kr [N 92 (1982)]
III-4-3
|
22480 |
driekoningen |
driekoningen:
driekeuninge (L386p Vlodrop)
|
De naam voor de gebruiken met Driekoningen [6 januari]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18866 |
driftig |
driftig:
driftig (L386p Vlodrop)
|
vervuld van plotselinge woede of ongeduld [duftig, koppig, kort aangezet, haastig, krikkel] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24939 |
drijfzand |
drijfzand:
driefzand (L386p Vlodrop)
|
drijfzand, met water verzadigd zand dat rustig ligt maar waarin alles wegzakt wat er druk op uitoefent [drijf, drift, vloei, papieren zolder] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22066 |
drinkbak |
ploerbak:
plouwerbak (L386p Vlodrop)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: de drinkbak? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20499 |
drinken |
drinken:
drinke (L386p Vlodrop),
lessen:
lesche (L386p Vlodrop)
|
drinken [DC 03 (1934)] || drinken; Hoe noemt U: De dorst doen ophouden (lessen, blussen, verslaan) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19574 |
drinkglas |
glas:
glās (L386p Vlodrop)
|
drinkglas [RND]
III-2-1
|
22089 |
drinktafel |
zuiptafel:
zoeptaofel (L386p Vlodrop)
|
de tafel waarop de drinkbak geplaatst wordt? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
20564 |
droesem |
drab:
drab (L386p Vlodrop),
dras:
dras (L386p Vlodrop)
|
droesem; Hoe noemt U: Bezinksel in een wijnfles (droesem, dras) [N 80 (1980)]
III-2-3
|