20565 |
dropwater |
kletswater:
kletschwater (L386p Vlodrop),
kletsj-water (L386p Vlodrop)
|
Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24768 |
druifhyacint |
blauw druifje:
eigen spelling
blauwdrufke (L386p Vlodrop)
|
Druifhyacint (muscari). Bloempjes dicht opeen, bijna kogelvormig. De onderste knikkend, de bovenste zacht opstaand, deze laatste meestal zonder stamper of meeldraden. De bloemen zijn blauw met een witte rand of geheel wit. In bossen en weilanden (traantje [N 92 (1982)]
III-4-3
|
25126 |
druilerig en koud weer |
klam (weer):
klam (L386p Vlodrop),
nat (weer):
naat (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop),
regenachtig (weer):
reingerachtigh (L386p Vlodrop),
zouwelig (weer):
zauwelig (L386p Vlodrop)
|
druilerig weer [moezerig, monketig] [N 22 (1963)] || nat [DC 02 (1932)] || nat weer [versigheid] [N 81 (1980)] || nat, vochtig, gezegd van het weer [wak, luimerig] [N 81 (1980)] || regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
21817 |
druk praten |
kwebbelen:
kwebbelle (L386p Vlodrop)
|
druk praten [stemmen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
17896 |
drukken |
duwen:
duujje (L386p Vlodrop)
|
Drukken: iets aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen (drukken, prangelen, priegelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19275 |
druktemaker |
drukmaker:
druk maker (L386p Vlodrop)
|
drukte maken, veel moeite doen meestal op luidruchtige wijze [omstand maken, spatsen maken, statie maken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
25133 |
druppel |
druppel:
ennen druppel (L386p Vlodrop),
druppeltje:
druppelke (L386p Vlodrop)
|
druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || een afgescheiden, min of meer bolvormig vochtdeeltje [drup, druppel, droppel, drop] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
32866 |
dubbel gezwad |
dobbel gezwade/gezwaai:
dǫbǝl [gezwade/gezwaai] (L386p Vlodrop
[(mv)]
)
|
De dubbele reep gras die ontstaat als men eenmaal heen maait, omdraait, en vlak daarnaast weer eenmaal terug over het veld maait, zodat er twee regels gemaaid gras tegen elkaar aan komen liggen. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden tussen vierkante haken het lemma ''gezwad, regel gemaaid gras''. [N 14, 94]
I-3
|
21608 |
dubbeltje |
nietje:
neetsje (L386p Vlodrop)
|
dubbeltje, een ~ [N 21 (1963)]
III-3-1
|
22021 |
duif (alg.) |
duif:
doef (L386p Vlodrop, ...
L386p Vlodrop)
|
een duif die ouder dan één jaar is? [N 93 (1983)] || Wat is de gewone dialectbenaming van de duif in het algemeen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|