| 34239 |
dunne melk |
slechte melk:
šlɛxtǝ mɛlk (L386p Vlodrop)
|
Dunne melk met een laag vetgehalte. [N 3A, 74]
I-11
|
| 19311 |
durfal |
ruwe, een -:
rouwwe (L386p Vlodrop),
wilde, een -:
wille (L386p Vlodrop)
|
iemand die alles durft te doen [kadee, mannekeskneuter, durfal] [N 85 (1981)] || onverschrokkenheid in moeilijkheden en gevaren [moed, courage] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 17837 |
dutje |
dutje:
dutsje (L386p Vlodrop)
|
Dut: lichte of korte slaap (dut, hazeslaap, buts, slaapje, mufs, toer). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
| 21418 |
duur |
duur:
duur (L386p Vlodrop)
|
veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
| 17895 |
duwen |
duwen:
düjə (L386p Vlodrop)
|
duwen [RND]
III-1-2
|
| 21732 |
dwangbuis |
dwangbuis:
dwangbuus (L386p Vlodrop)
|
een op de rug sluitend jasje met lange mouwen om in razernij verkerende krankzin-nigen het gebruik van hun armen te ontnemen [dwangbuis, zotkapootje] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 21165 |
dwarsbalk |
biels:
biels (L386p Vlodrop)
|
de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 19345 |
dwarsdrijver |
dwarssteker:
dwarssjteiker (L386p Vlodrop),
warse, een -:
weirsje (L386p Vlodrop)
|
iemand die zonder goede reden altijd tegen spreekt; die altijd anders wil dan de meerderheid [dwarserik] [N 85 (1981)] || zich niet schikken, weerbarstig [dwars, nippig, contrare] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
| 19504 |
dweil |
dweil:
dweͅi̯əl (L386p Vlodrop)
|
grove doek waarmee vloeren, stoepen, etc samen met water worden schoongemaakt [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
| 19657 |
dweilen |
dweilen:
dweͅi̯ələ (L386p Vlodrop)
|
stenen of houten vloeren, stoepen, etc. met behulp van water en een grove doek schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|