e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een kind op de arm dragen dragen: draage (Vlodrop) een kind op de arm dragen [peizen] [N 87 (1981)] III-2-2
een klein plankje als zitplaats voor de duif zitplankje: zitplenkske (Vlodrop) een klein plankje dienend als zitplaats voor de duif. Elke duif heeft zo meestal een vaste plaats. [N 93 (1983)] III-3-2
een kruisje geven zengeren: zaengere (Vlodrop) Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisje op het brood maken het brood zengeren: et brood zaengere (Vlodrop) Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een kruisteken maken n kruus maake: kruutske make (Vlodrop), zich zaengere (Vlodrop) Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)] III-3-3
een kuil graven dabben: dabbe (Vlodrop) kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)] III-1-2
een list gebruiken slim (bn.): sjlum (Vlodrop) Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)] III-3-2
een miskraam krijgen misval krijgen: misval kriege (Vlodrop) miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)] III-2-2
een pen verliezen stoten: sjtootte (Vlodrop) Hoe zegt men: af en toe een pluim of pen verliezen? [N 93 (1983)] III-3-2
een priktol bovenhands uitwerpen malen: maalle (Vlodrop) Een priktol [tol met een ijzeren punt die geworpen wordt] bovenhands uitwerpen, om er een andere mee te treffen [kampen, kappen, klodderen]. [N 88 (1982)] III-3-2