e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lijsterbes papenmuts: -  paapərmutse (Voerendaal) lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)] III-4-3
limonade limonade: limenaat (Voerendaal) limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)] III-2-3
lip lip: lip (Voerendaal) lip [RND] III-1-1
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispele (Voerendaal) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
litteken lijmteken: līēmtēkə (Voerendaal) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] III-1-2
loeren loeren: loere (Voerendaal) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
long long: long (Voerendaal) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1
loonbak loonbak: luǝnbak (Voerendaal) Deeg van brood en gebak dat aan huis is klaargemaakt en dat naar de bakker wordt gebracht om er brood of gebak van te laten bakken tegen een vergoeding. [N 29, 98; monogr.] II-1
loos knoopsgat blind knoopslok: blent knǫwpslǫk (Voerendaal) Vals of loos knoopsgat. Zoɛn knoopsgat ziet er uit als een echt knoopsgat, maar is niet ingeknipt. Het wordt precies gemaakt als het echte, maar men moet wat kortere steken maken en niet zo diep in de stof steken.' [N 59, 141] II-7
lopen lopen: loope (Voerendaal) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2