33021 |
oogsten |
oogsten:
ōxstǝn (Q112p Voerendaal)
|
De algemene benaming voor het geheel van werkzaamheden in de oogsttijd; het werkwoord. In Belgisch Limburg is de oorsponkelijke betekenis van oogsten "naoogsten, aren lezen", zie het lemma ''aren lezen'' (5.2.4). Bij het woordtype oogsten zijn de varianten eerst naar de klankkleur van de klinker, en daarbinnen op de medeklinkercluster (wegval) geordend. [L 40, 8; Wi 43; monogr.; add. uit N 15, 7]
I-4
|
24220 |
ooievaar |
ooievaar:
ooievaar (Q112p Voerendaal)
|
ooievaar [DC 35 (1963)]
III-4-1
|
17757 |
oor |
oor:
u.ərə (Q112p Voerendaal)
|
oren [RND]
III-1-1
|
19284 |
oordelen |
oordelen:
oërdele (Q112p Voerendaal)
|
door redeneren tot een gevolgtrekking komen, oordelen [schikken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19409 |
oorvormig handvat |
oor:
oeër (Q112p Voerendaal)
|
Oorvormig handvat van b.v. een kopje, pan, kan etc. (oor, handsvat, handvat) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
24361 |
oorworm |
oorworm:
ù:rwərm (Q112p Voerendaal)
|
oorworm (firficula auricularia) [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
24868 |
oot |
vlughaver:
-
vluuxhaavər (Q112p Voerendaal)
|
oot [wilde haver] [DC 30 (1958)]
III-4-3
|
33293 |
oot, wilde haver |
vlughaver:
vlȳghāvǝr (Q112p Voerendaal)
|
Avena fatua L. Een vrij algemeen voorkomend lastig onkruid op bouwland, in korenvelden en wegbermen, dat er haverachtig uitziet met een wijde, pluimvormige aar. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 60 tot 120 cm. Vergelijk lemma Evene in WLD.I, afl. 4. [A 30, 2; A 60A, 81; L 49, 2; monogr.; add. uit JG 1a, 1b]
I-5
|
23198 |
op bedevaart gaan |
bedevaart gaan:
beevaart goan (Q112p Voerendaal),
met de processie meegaan:
mit de preces goa (Q112p Voerendaal)
|
Bedevaart doen [ne gank doon]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
28966 |
op de knie naaien |
op de knieën naaien:
op dǝ knēn nēǝ (Q112p Voerendaal)
|
Met de knieën op elkaar of met gekruiste benen naaien op één der knieën. Bij voorkeur naait men op de linkerknie, omdat het lichaam hierbij een veel natuurlijker houding aanneemt dan bij het naaien op de rechterknie. [N 59, 71a]
II-7
|