e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Voerendaal

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
petrus en paulusprocessie processiezondag: processie-zondich (Voerendaal) De processie op de zondag na St. Petrus en Paulus [peter en pauls brónk]. [N 96C (1989)] III-3-3
peulvruchten afhalen ranken: renge (Voerendaal) erwten of bonen afhalen, van draden ontdoen [N Q (1966)] III-2-3
peulvruchten doppen keveren: kievere (Voerendaal) erwten of bonen doppen, ontpeulen [N Q (1966)] III-2-3
piekeren nadenken: no͂o͂dingkə (Voerendaal), prakkiseren: prakkezēre (Voerendaal) denken: Je moet er nog maar eens over - [DC 35 (1963)] || over zijn zorgen nadenken [mijmeren, dolleren, prakkezeren, praktiseren, dubben, dromen] [N 85 (1981)] III-1-4
pijn pijn: pi.n (Voerendaal) pijn [RND] III-1-2
pikeren doornaaien: dōǝrnēǝ (Voerendaal) Naaien met de ø̄pikeersteek Iø̄ en/of de ø̄pikeersteek IIø̄. ø̄Pikeersteek Iø̄ dient voor het binnenwerk, om watten en plastrons op het paardehaar of kameelhaar te bevestigen. Deze steek wordt hoofdzakelijk gebruikt om meer stevigheid te geven aan de vulling. ø̄Pikeersteek IIø̄ wordt op dezelfde wijze gelegd als ø̄pikeersteek Iø̄, maar verschilt er in zoverre van dat ø̄pikeersteek Iø̄ doorgestoken mag worden en aan de andere kant zichtbaar mag zijn, terwijl ø̄pikeersteek IIø̄ tot in de helft van de stofdikte gestoken moet worden. Deze steek wordt gebruikt bij het bewerken van revers en kragen (Papenhuyzen III, pag. 15). Zie afb. 33. [N 59, 62; N 59, 61; N 59, 60] II-7
pikkeling, zwad met een slag afgepikt houw: hǫu̯ (Voerendaal) Hoeveelheid graan die men met één slag afpikt; vergelijk het lemma ''zwad, houw'' (3.1.4) in aflevering I.3. De enqu√™tes van Goossens hebben voor dit begrip niet veel opgaven opgeleverd; de vraag uit N 15, 16 levert slechts indirect materiaal op voor het begrip "pikkeling". Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf.' [A 23, 16.1a; L 48, 34.1a; Lu 1, 16.1a; Lu 2, 34.1a; monogr.; add. uit N 15, 16e; JG 1a, 1b, 1c, 2c] I-4
pilaar pilaar: pilēēr (Voerendaal) Een pilaar, de pilaren [pielder(s), pilèèr(e)?]. [N 96A (1989)] III-3-3
pinksteren pinksteren: Pinkstere (Voerendaal) Pinksteren, de vijftigste dag na Pasen [Sinksen, Pinkste]. [N 96C (1989)] III-3-3
pioen pinksroos: -  pingsroeëse (Voerendaal), pingsroeëse* (Voerendaal, ... ), pinksterbloem: -  pinksterblome (Voerendaal, ... ) [N 73 (1975)]Pioen (Paeonia officinalis L.) [N 73 (1975)] I-7, III-2-1