20446 |
rouwsluier |
zwarte sluier:
sjwatte sjleuer (Q112p Voerendaal, ...
Q112p Voerendaal)
|
een rouwsluier, voile, falie [N 96D (1989)]
III-2-2
|
21330 |
royaal |
gul:
göl (Q112p Voerendaal)
|
welgemeend, uit het hart komend [gul, hartelijk, vriendelijk] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
20851 |
rozijnenbrood |
rozijnenbrood:
roeziene broeëd (Q112p Voerendaal)
|
brood, waarin rozijnen gebakken worden [N 29 (1967)]
III-2-3
|
19404 |
rug van het lemmer |
botte kant:
botte-kant (Q112p Voerendaal)
|
De niet-scherpe zijde van een mes (rug, botte kant) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
29078 |
rugband |
bandje:
bęntjǝ (Q112p Voerendaal)
|
De band achter in de (driedelige) rug van een colbert. Vergelijk de lemmata ɛplatstukɛ en ɛjukstukɛ.' [N 59, 92]
II-7
|
17640 |
ruggengraat |
rugstrang:
der ruksjtrank (Q112p Voerendaal)
|
rug: ruggegraat [ruggestrang, ruggegraat] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17641 |
ruggenwervel |
wervel:
enne wervel (Q112p Voerendaal)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|
29074 |
rugvoeringplooi |
rugplooi:
røkplōǝ (Q112p Voerendaal)
|
Plooi in de voering in de middenrugnaad. [N 59, 119]
II-7
|
33367 |
ruif voor de koeien |
roop:
rø̄p (Q112p Voerendaal)
|
Naar aanleiding van de vraag naar de "verstelbare voerluiken" (2.2.20) werden ook benamingen voor een ruif gegeven. Een ruif met hooi voor de koeien kwam in de oude potstaal nog vaak voor (zie de foto van afbeelding 7 bij het lemma "potstal" (2.2.2), afb. 7); in de stallen met een koeienstand vindt men deze niet meer. Vaak is er alleen in de paardestal een ruif; zie het lemma en de kaart "paarderuif" (2.3.2). [N 5A, 37d]
I-6
|
32578 |
ruige mest |
ruwe mest:
rǫu̯ǝ [mest] (Q112p Voerendaal)
|
Ruige mest is mest die pas uit de stal is gekomen en daarom nog onverteerd stro bevat. Deze mest vormt aanvankelijk de boven- of buitenlaag van de mesthoop, die o.i.v. zon en wind gemakkelijk verdroogt. Hij heeft daarom ook (nog) niet de kwaliteit van de in het vorige lemma bedoelde mest, die langer en dieper in de mesthoop heeft gezeten. De plaatselijke varianten van [mest [N M, 10b; N 11, 27 add.; N 11A, 4b; JG 1a + 1b add.; div.]
I-1
|